vrijdag 31 oktober 2008

Vluchtstrook Amerika stopt

Het einde was te abrupt om het daar maar helemaal bij te laten. Daarom kijk ik nog even terug op bijna twee maanden fietsen door Amerika.
Opeens was het voorbij. Met toch een beetje het gevoel alsof ik voortijdig was afgestapt tijdens een wedstrijd. Erg diep ging dat gevoel overigens niet. Ik was blij dat ik mijn leven niet meer hoefde te wagen door op zoek te gaan naar een motel in de buurt van het vliegveld van Houston. Dat klinkt nogal dramatisch, maar feit is dat veel wegen in grote Amerikaanse steden absoluut ongeschikt zijn voor fietsers.
Het was ook een onbevredigend einde van dit weblog, zo'n laatste stukje geschreven op de computer van het Super 8 Motel. Zonder foto, want die kon ik alleen via mijn mini-laptop op het net zetten. Het was overigens een van de weinige motels waar ze geen draadloze internetverbinding hadden. Merkwaardig voor een vestiging van een grote keten en zeker gezien de ligging bij een vliegveld.
De reis die begon bij de Golden Gate Bridge van San Francisco had als doel om mijn eigen cowboydroom na te jagen. Dat moet niet te letterlijk genomen worden. De cowboydroom is niets anders dan onderweg zijn, onafhankelijkheid, het bij voorbaat van melancholie doortrokken gevoel op zoek te gaan naar niets. Om vervolgens onderweg door nergensland te beseffen dat je dat nooit zult vinden. De road to nowhere bestaat niet.
De eerste aflevering van dit blog had als titel Thuis in Amerika. Amerika staat in de platenkast en in de boekenkast. Het is dan ook heerlijk om weer thuis te zijn in mijn eigen Amerika. Daar waar mijn beeld van americana geen geweld wordt aangedaan door de werkelijkheid. Ik hoef maar te luisteren naar The Great Ride van Chris Brecht (een prachtige dit jaar uitgekomen debuutplaat van een jonge vent uit Austin, Texas) of het boek Highway - America's Endless Dream van fotograaf Jeff Brouws open te slaan en ik ervaar dezelfde kick die ik had in de tijd dat ik nog speelde met klapperpistolen of pijl en boog. Jawel, mijn eigen American dream.
In Amerika is het wel eens moeilijk om die droom in stand te houden. Amerika staat voor eenheidsworst. Overal zijn aan de randen van de steden bedrijfjes gevestigd in golfplaten loodsen. En de laatste jaren zijn er vooral complexen met identieke opslagruimten neergezet. Overigens moet ik bekennen dat ook die een zekere visuele aantrekkingskracht hebben, maar de mythische proporties van oude motels, diners en tankstations is toch vele malen groter. Die storage units vertegenwoordigen de stilstand. Dingen opslaan die je eigenlijk niet nodig hebt. Terwijl het aloude Amerika van gas, food, lodging altijd in beweging was.
Bestaat dat Amerika in beweging nog? De Duitse regisseur Wim Wenders voorspelde in een interview in het fotoboek Written In The West (1987) dat Amerikanen in de toekomst zich vooral zouden verplaatsen met het vliegtuig. Het Amerika van kust tot kust zouden ze niet meer zien. Hij had gelijk. Het zijn voornamelijk nog truckers en gepensioneerden in campers die de enorme uitgestrektheid van Amerika ervaren.
Het Amerika waar ik van houd, is in staat van verval. Dat is al een hele tijd zo en dat is ook een deel van de aantrekkingskracht. Voordat Wim Wenders de film Paris, Texas maakte, reisde hij met een fototoestel door het Westen van Amerika om zich voor te bereiden. Dat leverde Written In The West op. Wenders maakte die foto's, omdat hij gegrepen was door de magische attractie van het verval.
Beelden verzamelen voordat ze zullen verdwijnen, dat is misschien wel de drijfveer van mijn fietstochten door Amerika. Elk moment kan ik in de remmen knijpen en de camera uit de stuurtas halen. De meeste mensen vliegen over Amerika. Of rijden het te snel voorbij. Vluchtstrook Amerika stopt.

dinsdag 28 oktober 2008

Afgestapt op de vluchtstrook

En zo was het opeens voorbij. Afgestapt op de vluchtstrook. Net buiten Houston. Aan de andere kant van de door een lage betonnen muur gescheiden rijbanen toetert een auto. Dat zou Joe (zie: weerzien op de vluchtstrook) wel eens kunnen zijn, denk ik, maar het is al te laat om de hand nog op te steken. Niet veel later zwaait iemand in een auto die me voorbij rijdt en een eindje verder stopt op de vluchtstrook. Het is Joe, die op de terugweg is naar Austin. Hij biedt aan om me naar een motel in de buurt van het vliegveld te brengen, zodat ik de chaos van Houston kan vermijden. Hij brengt zijn eigen fiets terug naar zijn logeeradres van de afgelopen nacht, hij was nog maar net onderweg namelijk, en staat een kwartiertje later op de afgesproken afslag. De tassen gaan van de fiets en dan is het dus echt voorbij. Eerder dan verwacht, maar ik ben blij dat ik niet door Houston hoef te fietsen. Tijd om die stad nog te verkennen is er toch al niet meer. Een nachtje slapen nog in het zoveelste motel en dan de volgende dag wachten tot mijn vlucht vertrekt. Zo'n laatste dag is zelden de moeite waard.

maandag 27 oktober 2008

Starlite Theatre





















Even buiten het Texaanse stadje Brenham staat aan US 290 het Starlite Theatre. De drive-in bioscoop is al gesloten sinds de jaren tachtig, maar het is dan toch wel weer mooi dat zoiets in Amerika gewoon blijft staan. De vormgeving van de letters Starlite, maar trouwens ook die naam alleen al, transporteren de voorbijgangers zomaar vijftig jaar terug. De tijd van petticoats, cocktailparty´s, two-tone Cadillac´s met geweldige vinnen en nog veel meer rock-´n-roll. Zaken die nu te koop zijn in de vele antiekzaken langs Highway 290.

Weerzien op de vluchtstrook





















Amerika is groot, maar de wereld is soms maar klein. Dat blijkt als een auto stopt op de vluchtstrook. De bestuurder van de auto stapt uit en houdt me tegen. De automobilist blijkt ook een fietser te zijn, die er net een trip van Chicago naar Austin op heeft zitten. Nu rijdt hij in een huurauto naar een kennis die in de buurt van Houston woont. Als hij me ziet fietsen stopt hij, omdat hij benieuwd is naar mijn belevenissen. Tijdens zijn tocht is hij helemaal geen andere fietsreizigers tegen gekomen.
We praten even en ik vertel dat ik in 1994 met Adventure Cycling voor het eerst door Amerika fietste. De automobilist begint te lachen. ¨Dat meen je niet¨, zegt hij, ¨dan ken ik jou! Jij werkte toen bij een krant.¨ En tegelijkertijd herken ik ook hem. Joe! Ongelooflijk, maar waar. Tijdens die fietstocht van Virginia naar Oregon trok Joe Gromala, die alleen het avontuur was aangegaan, een paar weken met onze groep op. We hebben destijds nog een avond samen aan de bar gehangen ergens in Montana. En nu staan we zomaar op de vluchtstrook van Highway 290 in Texas weer tegenover elkaar.

zaterdag 25 oktober 2008

Joe Ely





















I Had My Hopes Up High is het eerste nummer van de titelloze debuutplaat van Joe Ely. Het gaat over de bijzondere belevenissen tijdens het liften. The first ride I got was in a dynamitetruck / The driver kept telling me ´bout his bad luck. Dan gaat het via een lift van a man in trouble naar een rit met a preacherman, told me that the wicked would be buried in sand. Het eindigt met: Finally got a ride in a carnivaltrain / Nearly blew away in a hurricane.
De Texaanse countryrockende singer-songwriter Joe Ely is er in hoge mate verantwoordelijk voor dat ik voor de zoveelste keer rondzwerf door Amerika. Deze Joe Ely is al sinds zijn tweede plaat Honky Tonk Masquerade uitkwam (1978) mijn held, mijn voorbeeld.
Er wordt heel wat afgereisd in de songs van Ely. De Texaan trok er op jonge leeftijd op uit, in het voetspoor van Jack Kerouac. Zijn voorbeeld. Ely sprong op goederentreinen en reisde als een hobo door Amerika. Ervaringen die hem als artiest nog steeds inspireren. Zijn nummers inspireren mij weer om op mijn manier het land te verkennen. Op de fiets dus.
Net als in 1996 tijdens een fietsreis van San Diego naar Orlando heb ik het geluk dat Ely tijdens mijn bezoek aan Austin optreedt in zijn woonplaats. Met de fabuleuze accordeonist Joel Guzman geeft hij een ijzersterk optreden in het Cactus Cafe. Naast een dwarsdoorsnede van zijn imposante oeuvre, brengt hij ook een nieuw nummer dat komt te staan op de binnenkort te verschijnen nieuwe cd van de Flatlanders. Homeland Refugee zou dat nummer wel eens kunnen gaan heten en het gaat over de omgekeerde migratie van mensen van de westkust terug naar Texas en Oklahoma.
Naast die nieuwe Flatlandersplaat is ook het nieuwe Ely-album Satisfied At Last vrijwel gereed. Verder staan op stapel een liveplaat uit 1987 met de hard rockende band met gitarist David Grissom en saxofonist Bobby Keyes en ook de originele onbewerkte opnamen voor de mislukte plaat Hi-Res worden alsnog uitgebracht.
Na afloop van het concert praat ik met mijn held. Ely mijmert naar aanleiding van mijn coast-to-coast-fietstocht over de dagen dat hij met niets anders dan een gitaar en een slaapzak door Amerika zwierf. Joe en Joel hebben de grote gouverneurskamer van de universiteit van Texas als kleedkamer, het Cactus Cafe is namelijk gevestigd in het universiteitsgebouw. Als Sharon Ely, de vrouw van Joe, wat foto´s maakt, zorgt Ely ervoor dat we niet voor het portret van de door hem verafschuwde George Bush staan.
De derde plaat van Ely heeft als titel Down On The Drag, een nummer over de straat waaraan de universiteit is gelegen. Om mij hetzelfde lot te besparen dan de hoofdpersoon uit die song (some low down son of a bum even stole my sleeping bag) en vooral zodat ik niet meer op bussen hoef staan te wachten, brengen Joe en Sharon Ely me met de auto terug naar het motel.
I Had My Hopes Up High.

vrijdag 24 oktober 2008

It Hurts So Good

Dale Watson is al jaren bezig om het vertrouwen te herstellen in goede oude countrymuziek. Dat doet hij niet alleen met zijn voor het genre gemaakte donkerbruine stem, maar vooral ook door er met zijn band een soepele swing aan toe te voegen. Door zijn eigen stempel te drukken op authentieke honky tonk is Dale Watson uitgegroeid tot een oorspronkelijk artiest. Liefhebbers van Johnny Cash zouden ook eens naar deze artiest uit Austin moeten luisteren. Met name zijn cd HEEAH!! (in Amerika uitgebracht als Whiskey And God) is magistraal.
De musicus uit Austin treedt elke donderdag op in de Continental Club en vanavond ben ik daar getuige van. Ruim drie uur gaat hij door met zijn ontspannen swingende band. Veel beter nog dan ik hem ooit heb gezien tijdens optredens in Nederland. Natuurlijk is de Continental Club ook een veel geschiktere plek voor deze muziek dan welke concertzaal ook.
Een jongedame uit Minnesota ziet me genieten, maar helemaal verklaren kan ze dat niet. ¨Je ziet er helemaal niet uit als een honky tonker¨, zegt ze, ¨eerder als iemand uit Europa.¨ Ik weet niet of ik met die opmerking blij moet zijn, of juist niet. Feit is dat ik hier in Texas laarzen aanschaf, zodat ze me in Groningen wel weer een cowboy zullen noemen. Da´s prima, maar hier in Amerika ben ik eigenlijk toch liever inderdaad een wat stijlvoller Europeaan.
Ach ja, die hele liefde voor (alternatieve) country en het cowboyimago is natuurlijk ook ontstaan uit een nooit opgeloste identiteitscrisis. De eenzame cowboy die altijd maar weer vertrekt richting ondergaande zon. Weg van de problemen. Weg van alle zorgen. Weg van het maken van keuzes. Het is het leven on the road. Dale Watson zou zeggen: It Hurts So Good.

donderdag 23 oktober 2008

Jeremiah





















In de winkel Wild About Music aan Sixth Street blader ik door het boek Keep Austin Weird. Daarin tref ik dezelfde muurschildering aan die ik vandaag heb gefotografeerd. Met het verhaal erachter.
Het is een kunstwerk van Daniel Johnston, in 1993 aangebracht op de zijkant van de tweedehands cd-zaak Sound Exchange. Die winkel bestaat niet meer, maar de muurschildering is er nog wel. Daarvoor moest wel actie worden gevoerd.
Maar eerst iets over de artiest. De manisch depressieve Daniel Johnston heeft meer dan dertig platen gemaakt vol amateuristisch opgenomen zeer persoonlijke liedjes. Liefhebbers van lofi, zoals het genre omschreven wordt, beschouwen hem als een genie.
Die muurschildering heet Jeremiah The Innocent, een verwijzing naar een oude hit van Three Dog Night. Omdat fans de kikker Jeremiah als een icoon van het alternatieve Austin beschouwen, protesteren ze in 2004 tegen het plan om de muur te vervangen door een glazen wand. De restaurantketen Baja Fresh Mexican Grill, die een vestiging begint in de voormalige cd-zaak, zet een streep door het besluit om het kunstwerk te verwijderen. Het kost de zaak 50.000 dollar om de plannen voor een verbouwing aan te passen, maar Jeremiah is gered. Inmiddels is Baja Fresh al weer verdwenen, maar Jeremiah voegt passanten nog immer toe: Hi, how are you.
Overigens begint Johnston deze week aan een Europese tournee, waarbij hij wordt begeleid door de Nederlandse band John Dear Mowing Club (het voormalige Smutfish). Data: 24 okt. Enschede; 25 okt. Amsterdam; 26 okt. Eindhoven; 9 november Groningen.

woensdag 22 oktober 2008

Gekkenwerk





















Fietsen door grote Amerikaanse steden is gekkenwerk. Zeker als je dat onvoorbereid doet. Ik fiets Austin binnen via US 183. Ik weet dat die overgaat in een tolweg en eerlijk gezegd lijkt me dat prima, want dat zijn overzichtelijke wegen met een brede vluchtstrook. Maar ik durf het niet aan om op Route 183 te blijven fietsen als dit verkeersknooppunt (foto) opdoemt. Mijn geplande route gaat over een van die wegen in de lucht. Is daar een vluchtstrook? Ik weet het niet. Dus bekijk ik de kaart, wijzig ik mijn plan en neem de 620 en 2222. Farm roads zijn dat, maar in werkelijkheid snelwegen en grotendeels zonder vluchtstrook. Komt nog bij dat de 2222 een zeer heuvelachtige weg is.
En dan is het nog een hele zoektocht naar een geschikt motel, niet te ver van downtown. Vanuit het Super 8 Motel aan Interstate 35 waar ik nu verblijf, ga ik op zoek naar een restaurant. Op loopafstand blijkt Stubbs´ Bar-B-Q te zijn gevestigd, waar ik laat op de avond op de patio eindelijk een maaltijd voorgezet krijg. Binnen staat No Quarter, een band die Led Zeppelin nadoet. De komende drie dagen blijf ik in de live music capital of the world.

dinsdag 21 oktober 2008

Pawnshop





















Dat de Amerikaanse economie stroef draait, en dat is een understatement, is de afgelopen weken wel duidelijk geworden. Veel Amerikanen wisten dat al veel langer. Ze hebben al jaren moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. In de hoop om een grote slag te slaan, steken velen zich in de schulden door buitensporig veel te gokken. Dat is niet nieuw, dat gaat zo al generaties. De laatste jaren zijn veel Amerikanen leningen aangegaan die niet afgelost kunnen worden en dat is wel nieuw. De pawnshops, waar mensen hun eigendommen belenen, doen ondertussen goede zaken.

maandag 20 oktober 2008

Van A naar B

Muziek is een machtig fenomeen. Alleen maar omdat de fraaie debuut-cd van de Texaanse artiest Nathan Hamilton de titel Tuscola heeft, fiets ik enkele kilometers om, om dat plaatsje aan te doen. Natuurlijk vind ik in Tuscola niets anders dan in welk ander plaastje ook, maar toch.
Ik ben een dag langer in Abilene gebleven om er enkele bands te zien optreden. Eindelijk eens een zaterdagavond met rock-´n-roll. De lokale act Zach Harmon doet met een liedje over de road to nowhere me alweer verlangen naar de volgende dag op de fiets. Verder weet de band uit Abilene weinig indruk te maken. Ze besluiten met een uitvoering van Hotel California van de Eagles. Ik bedoel maar.
De Gougers uit Austin, Texas, kregen een jubelende cd-bespreking op altcountry.nl, maar het optreden is vlak. Geen enkel nummer springt er uit.
Casey Donahew weet met zijn band de boel wel in beweging te brengen. Het jonge publiek is direct bij de eerste noten al helemaal wild, wat alles te maken zal hebben met de hit Crazy die ze op dit moment in Texas hebben. De testosteron-gedreven show heeft de diepgang van een slappe pik en drijft goeddeels op een valse verheerlijking van Texas, inclusief wapenbezit. Bah.
Cross Canadian Ragweed start met pretenties als een soort Smashing Pumpkins, doet vervolgens wat classic rock (denk aan Golden Earring) en gooit er dan wat rootsy southern rock doorheen, maar dan is mijn aandacht al lang verslapt.
Een waardeloze avond dus, al is het wel interessant om eens tussen die feestvierende jonge Texanen te staan. De meeste bezoekers zijn nog geen twintig en ze dragen bijna allemaal cowboylaarzen, ook de meisjes. Ontzettend veel cowboyhoeden ook. Maar de blijvende indruk is toch vooral: wat een vervelend gebral en waarom zijn ze nou zo trots op Texas?
Voor de echt alternatieve country moet ik toch in Austin zijn. Nog een paar dagen fietsen en dan ben ik er.
Dat is het mooie van zo´n coast-to-coast fietsreis. The road goes on forever. Elke dag fiets ik van A naar B. Vandaag letterlijk: van Abilene naar Brownwood. Elke dag is anders. Na het gebral van de jongeren in Abilene, krijg ik in Brownwood ook onmiddellijk te maken met de jeugd. Asshole roepen twee jongens me toe uit hun pick-up truck.
Vervelende lui eigenlijk, die Texanen. Wellicht dat er daardoor zoveel goede muziek wordt gemaakt. Want de alternatieve country kan gerust als een tegenbeweging worden omschreven. Democraten in een Republikeinse staat. Cowboyhippies tussen de nieuwe generatie rednecks. En, oh ja, you just can´t live in Texas, if you ain´t gotta lot of soul.

zondag 19 oktober 2008

Puntlaarzen

De Texaanse cowboy is een botte boer met vierkante neuzen. Neuzen? Jawel, ik heb het hier over de stompe punten van zijn cowboylaarzen. In het nieuwe millennium is de cowboy alle gevoel voor stijl kwijtgeraakt. De cowboylaarzen in de winkels in Texas hebben tegenwoordig vierkante neuzen en blokhakken. Wat is er gebeurd met de puntlaars met ietwat schuine hak? Ooit het summum van westernstijl.
Dit is het tijdperk van de Hummer, de meest wanstaltige auto ooit geproduceerd. In Amerika moest altijd al alles bigger, vooral hier in Texas, maar vroeger wisten ze daar tenminste nog elegantie aan toe te voegen. Tegenwoordig moet alles vierkant en vormloos.
Ach, eigenlijk ben ik gewoon vijftig jaar te laat in Amerika. Ik had hier in de jaren vijftig moeten zijn, maar ja, toen was ik nog niet eens geboren. Het optimisme dat de vormgeving uit die tijd uitstraalde, is helemaal verdwenen. Het Amerika van nu is bezig met de laatste stuiptrekkingen als wereldmacht. Dat uit zich in vierkant machtsvertoon.
De hoop van de jaren vijftig moet terugkeren, ook al is het daarvoor eigenlijk al te laat. Niettemin, Barack Obama biedt wel degelijk hoop. Deze week durfde hij het aan om in het debat met John McCain de Amerikaanse autoindustrie aan te spreken op de zinloze produktie van benzineslurpers.
Terug naar de cowboy. Die moet weer terug op het paard. Die belachelijke terreinwagentjes waar ze mee door het landschap scheuren, dat ziet er echt niet uit. Misschien dat ze dan weer op puntlaarzen gaan lopen. Want die punt schuift echt makkelijker in de stijgbeugel dan die wanstaltige vierkante neus van de cowboylaars van nu.
Dat een Nederlandse fietser met een Bronco ze dat nu moet vertellen, het is toch een beetje triest. Natuurlijk laat ik het niet alleen bij woorden en heb ik het laatste paar zwarte puntlaarzen in mijn maat gekocht!

zaterdag 18 oktober 2008

Automerika





















Bij het binnenrijden van de meeste Amerikaanse steden, kan ik niet langer mijn toevlucht zoeken tot de vluchtstrook. Die verdwijnt dan namelijk nogal eens. Dan fiets ik meestal op het midden van de rechterrijstrook, zodat automobilisten naar de linkerrijstrook moeten en me niet rakelings passeren. Regelmatig meent iemand dan met luid toeteren duidelijk te maken dat de weg er is voor auto´s. Deze keer, in Abilene, zijn het twee jonge jongens die nogal opgefokt doen. Met een blik over mijn schouder tracht ik duidelijk te maken dat ik niet opzij ga, omdat ik toch ook ergens mijn weg moet kunnen vinden. Zelfs in Automerika.
Mijn favoriete auto´s staan te roesten. Modellen uit de jaren vijftig. Soms zal het nooit meer goed komen met ze, andere exemplaren worden gered.
In Automerika heb je ook wel degelijk fietsers. Bill Core (56) houdt me staande. Hij is zelf op de racefiets en staat net voor zijn zaak om er iets af te leveren. Vorig jaar fietste hij van Los Angeles naar Abilene, zijn woonplaats. Hij is stikjaloers en zou zo mee willen. Hij geeft me twintig dollar. Een gebaar om iets terug te doen voor alle hulp die hij van mensen onderweg heeft gekregen. Hoe ik ook praat, ik kom er niet onderuit om het biljet aan te nemen.
Via enkele bedrijventerreinen en parkeerplaatsen brengt hij me naar een straat met meerdere motels. Het soort motels waar je het best een wapen bij je zou kunnen hebben, aldus Core, maar die woorden slikt hij ook direct weer in. We hebben het net gehad over alle vriendelijke mensen die je tijdens zo´n fietsreis ontmoet en dat we ons nooit onveilig voelen... Ik neem een kamer in het Western Motel. Tot vuurgevechten komt het niet. Blijkbaar houden ook de gasten van het iets verder gelegen Ponca Motel, met een indianenhoofd in neon, zich rustig.

Oude bioscopen





















De meeste oude bioscopen in Amerika staan leeg. Het videotijdperk was voor veel cinema´s de nekslag. Behoorlijk wrang als een videotheek in een voormalige bioscoop was gevestigd. Inmiddels is ook de videotheek zo goed als verdwenen.
In Roby is de plaatselijke bioscoop blijkbaar al veel eerder gesloten. De nauwelijks nog te lezen posters die er hangen zijn van High Noon en Shane. Dat zijn flims van respectievelijk 1952 en 1953.
In Anson, net als Roby gelegen aan State Highway 180, heeft de bioscoop Palace een prachtig uithangbord, maar flims worden er niet meer gedraaid.

vrijdag 17 oktober 2008

Tejas








































Texas heette ooit Tejas en hoorde bij Mexico. Mexicaanse restaurants vind je overal in Amerika, maar waarschijnlijk wordt het beste eten van south of the border op tafel gezet in Texas.

Lubbock, Texas, in my rear view mirror





















De vogels tjilpen alsof het voorjaar is als ik Lubbock verlaat. Misschien had countryzanger Mac Davis toch gelijk met zijn single I thought happiness was Lubbock, Texas, in my rear view mirror.
Fietsen door het vlakke landschap van de Panhandle van Texas is weinig spannend. Mijn route gaat voornamelijk over grotere wegen, vier banen en meestal gescheiden door een brede grasstrook. Katoenvelden, graan, veeteelt en zo af en toe een windmolenpark, dat is wat ik zie vanaf de vluchtstrook van US 84. En verder zijn er de ja-knikkers die een enorme stank veroorzaken. Vooral bij Post is dit het geval.
Bij deze plaats verandert het landschap plotseling. Het gaat weer op en neer. Eigenlijk wel een beetje jammer, want de wind werkt behoorlijk mee op mijn route naar Snyder.

donderdag 16 oktober 2008

Lubbock: Buddy en de anderen





















David Bowie modelleerde zijn alter ego Ziggy Stardust naar de Legendary Stardust Cowboy (zie het filmpje in de vorige aflevering van dit blog). En de brillenmanie van Elton John heeft alles te maken met diens bewondering voor Buddy Holly.
Lubbock heeft zijn stempel op de muziekgeschiedenis gedrukt. De stad in West Texas heeft Buddy Holly, een van de grondleggers van de rock-´n-roll, lang genegeerd, maar met het Buddy Holly Center, een standbeeld, een naar hem vernoemde straat en een festival doet Lubbock tegenwoordig alles aan het in stand houden van de legende van de zo tragisch bij een vliegongeluk om het leven gekomen artiest.
Rond het standbeeld van Holly is een walk of fame met plaquettes met andere namen die Lubbock op de kaart hebben gezet. Joe Ely natuurlijk, de andere Flatlanders (Jimmie Dale Gilmore en Butch Hancock), Terry Allen en grootheden als Roy Orbison en Bob Wills. Ook Bobby Keys, saxofonist op Exile On Main Street van de Rolling Stones en talloze andere platen, heeft er een plaquette.
Behalve University Avenue wekt Lubbock niet echt de indruk een swingende stad te zijn. Dat blijkt trouwens ook uit het volgende filmpje, waarop artiesten uit Lubbock - de meesten zijn naar elders vertrokken - commentaar geven op hun stad.

woensdag 15 oktober 2008

Muurschilderingen en een modderpoel








































Met muurschilderingen van cowboys en andere Amerikaanse taferelen blijft een plaatsje als Hale Center in Texas tenminste een beetje toonbaar. Veel van die opgefleurde gebouwen hebben verder geen functie meer. Leegstand dus.
Over US 87 fiets ik naar Lubbock. Die loopt grotendeels langs Interstate 27. Af en toe lopen de wegen iets anders en alleen die gedeelten is Route 87 in geel aangegeven op de kaarten van het boek The Roads Of Texas, dat ik gebruik om mijn route te bepalen. Daardoor heb ik al eens een onnodige omweg gemaakt, omdat ik dacht dat de 87 ophield en overging in de snelweg. Dat blijkt dus niet het geval. Vandaag echter houdt Route 87 bij New Deal er zo maar mee op. De weg gaat onder de snelweg door en loopt vervolgens aan de andere kant doodleuk weer terug.
Ik bekijk de kaart en zie dat ik Farm Road 1264 kan nemen die enkele kilometers ten westen van de snelweg ook in Lubbock uitkomt. Echter, de weg daar naartoe gaat over in een dirt road. Een modderpoel. Dankzij een vrouw die met twee honden langs de kant van de weg loopt, vind ik toch nog uit hoe ik alsnog verder kan via US 87.
En dan nu iets totaal anders: een filmpje van de unieke Legendary Stardust Cowboy. Uit Lubbock!

maandag 13 oktober 2008

West Texas Waltzes & Dust-Blown Tractor Tunes





















You just can´t live in Texas, if you ain´t got a lot of soul. Ik was de woorden van Doug Sahm even helemaal vergeten. En dus zeurde ik nogal de afgelopen dagen. Maar ik heb de juiste spirit terug. De West Texas wind is gedraaid en toegegeven, dat zal er veel mee te maken hebben. Ik vlieg over de high plains. Hoef mijn Giant Bronco nauwelijks de sporen te geven. Het gaat als vanzelf. Wind in de rug. De grote plaat erop. Belangrijker nog; ik kijk weer om me heen. En geniet.
West Texas is voor mij in de eerste plaats muziekgeschiedenis. Buddy Holly kwam hier vandaan. Roy Orbison. Waylon Jennings. En mijn grote persoonlijke favoriet Joe Ely en zijn maatjes Butch Hancock, Jimmie Dale Gilmore en Terry Allen. En de laatste jaren heeft een nieuwe artiest zich bij dit rijtje favorieten gevoegd en wel Cary Swinney.
Vandaag ben ik in gedachten vooral bij Butch Hancock. Die is verantwoordelijk voor een van de mooiste albumtitels met West Texas Waltzes & Dust-Blown Tractor Tunes. Allereerst is er de verwijzing naar Dust Bowl Ballads van Woody Guthrie. Daarnaast zegt de titel ook alles over de totstandkoming van deze plaat. Boerenzoon Butch Hancock bewerkte het land op een tractor en omdat dat nogal eentonig was begon hij op het monotone getuf van de motor woorden en melodielijnen te verzinnen. Vandaag zie ik hem in gedachten rijden op die oneindige vlakte.
Overigens, zo vlak als Nederland is het hier toch niet. Maar door de enorme weidsheid is het effect veel groter. Boven een dun streepje horizon zie je altijd enorm veel lucht. De hemel drukt zwaar op het landschap. Zo ook op de mensen die hier wonen. In elk stadje vallen allereerst de enorme borden voor de diverse kerkgemeenschappen op.
In het plaatsje Happy is de hemel helemaal dichtbij. Op de begraafplaats staat het bord Happy Cemetery.

zondag 12 oktober 2008

Een trieste herfstdag





















De meest gestelde vraag is: waarom? Tja, waarom fietst iemand van de westkust van Amerika naar de Golfkust?
Vandaag fiets ik van Amarillo, waar de helft van de tv-zenders is ingenomen door dominees, naar Canyon. Volgens Google Maps is dat slechts 17,3 mijl, maar dat is met de auto. Met de fiets gaat het via farm roads in plaats van over de interstate, en zo staat mijn teller toch op 28 mijl. Nog een afstand van niets natuurlijk, maar met de regen en storm van vandaag meer dan genoeg. Morgen draait de wind volgens The Weather Channel van het zuiden naar het noorden. Dan hoef ik nauwelijks te trappen!
Op een dag als vandaag vraag ik mezelf ook af: waarom? Om Amerika te zien? West Texas, waar de wind weliswaar altijd een factor is, maar waar het doorgaans maar heel weinig regent, is net zo grijs als Oost Groningen op een trieste herfstdag.
Waarom? De baliemedewerker van het Shell-tankstation in Amarillo komt uit Cambodja en liep dertig jaar geleden een maand lang op blote voeten om met familie zijn land te ontvluchten. Hij kan mijn onderneming wel waarderen en komt mee naar buiten om me te zien vertrekken. In de regen.
Waarom? Een bediende van Pizza Hut in Lamar, Colorado, wil alles weten over mijn reis en kan er maar niet over uit dat iemand op de fiets zo´n afstand kan overbruggen. Bij het afrekenen vraagt hij of hij met me op de foto mag en roept een collega om met de mobiele telefoon het moment vast te leggen.
Waarom? In Canyon neem ik een kamer in de Buffalo Inn, neem een douche en fiets als het iets droger is naar de laundromat om de was te doen. Maar wat ik hier verder moet?

zaterdag 11 oktober 2008

Natte voeten in Amarillo





















The wind is gonna blow you away. Zo erg is het niet. De wind blaast me niet zomaar weg. Maar toch. Wat een roteind is het naar Amarillo. Van de omgeving krijg ik helemaal niets mee. Staan er ja-knikkers? Molens? Het zal wel. Het interesseert me niet. Ik wil alleen maar die 85 mijl naar Amarillo wegwerken.
Tegenvaller: nu ben ik in Amarillo, maar ik zie nergens een tankstation. En ik heb dorst. Drinken moet ik hebben. Waar? In elke stad is een tankstation het eerste dat ik zie. Maar hier dus niet.
Amarillo is nogal uitgestrekt. Veel te groot om op de fiets te verkennen. Zeker nu het regent. Toch ben ik een dagje in de stad gebleven. Ik heb wel wat rust nodig. Een verloren dag, zo voelt het. Ik had cowboylaarzen willen kopen, maar in plaats daarvan loop ik een klein eindje door de plassen naar het naast het hotel gelegen restaurant en krijg natte voeten.
Inmiddels is er een tornadowaarschuwing uitgegaan, kan het onweren en zal het morgen ook weer regenen. Moet ik nog een dag blijven? Ik heb een beetje de blues. Wat moet ik hier zonder auto? Met natte voeten is er geen lol aan om Amarillo te verkennen. Dus dan maar de televisie. Gelukkig zie ik een rechtstreekse uitzending van een briljante toespraak van Barack Obama in Philadelphia. En nu is er een documentaire voor over Johnny Cash.
Misschien hou ik wel meer van het Amerika dat ik ken uit de media, van platen en films, dan het Amerika dat ik dagelijks tracht weg te trappen. Of ben ik nu door de omstandigheden wat al te somber?
De foto van de spoorwegovergang is gemaakt in Oklahoma. Texas heeft nog weinig opgeleverd. Hopelijk verandert dat spoedig.

vrijdag 10 oktober 2008

Texas





















Eindelijk ben ik dan in Texas, de grootste van de 48 continentale Amerikaanse staten. Alleen Alaska, vastgeplakt aan Canada, is groter. Ik heb nog een hele reis voor de boeg voordat ik in Houston ben.
Dat het in West Texas zou waaien, dat wist ik wel. Daarover zijn namelijk vele prachtliedjes gemaakt. Maar ik had het prima gevonden als ik nou net een zeldzame windstille periode had getroffen. Niet dus. De wind blaast de rits bijna uit mijn half geopende wielershirt. Met mijn bepakte fiets valt het zelfs tegen om een slok uit mijn bidon te nemen. Op een bergverzetje ploeter ik voort. Eigenlijk wil ik morgen naar Amarillo, maar of ik dat haal weet ik nog niet.
Een van die liedjes over de wind is geschreven door Butch Hancock. Joe Ely zette het op zijn cd Streets Of Sin. The wind´s gonna blow you away heet dat nummer. Dat vat het aardig samen.

Longhorn Motel





















Twee halve dagen en een nacht ben ik in Oklahoma. Ik overnacht in het Longhorn Motel om alvast in Texaanse sferen te geraken.
Dat korte verblijf in Oklahoma heeft te maken met de route van noord naar zuid die ik op dit moment volg. Zo fiets ik door de Panhandle van Oklahoma, een smalle strook tussen Colorado, Kansas, New Mexico en Texas. Het gebied wordt ook wel No Man´s Land genoemd, het gevolg van een lange periode waarin het onduidelijk was bij welke staat het hoorde.
Onderweg kom ik een extra lange Cadillac tegen met twee enorme hoorns op de motorkap. Een Texaanse rancher wellicht?

donderdag 9 oktober 2008

Wind, wegwerkzaamheden en leegstaande winkelpanden





















Een fraai vormgegeven pijl kan ik niet zomaar voorbij fietsen. Het is een klassiek stuk Amerikaans design.
Voor de route van vandaag is een pijl niet nodig. Ik fiets over US 287/385 van Lamar, Colorado, naar Boise City, Oklahoma. Honderd mijl, dat is 160 kilometer, dezelfde weg blijven volgen. Veel mogelijkheden om ergens af te slaan zijn er overigens ook niet.
Na de Rockies zijn de high plains een nieuwe uitdaging. Wind is hier het woord. Op de kale prairie waait het altijd. En meewind of tegenwind is een verschil van dag en nacht. Met een niet al te sterke zijwind tref ik het redelijk. Maar toch, de 18-wheelers die in tegengestelde richting rijden geven me een flinke klap, terwijl de vrachtwagens die me voorbij gaan me een geweldige zwieper bezorgen.
Even lijkt het er op dat ik wegens wegwerkzaamheden een lift krijg van zo´n zeven mijl. Net als al het andere verkeer moet ik wachten voor een wegwerker met het bord STOP. Hij neemt contact op met zijn voorman en vraagt of die me in zijn auto voorbij de werkzaamheden kan brengen. Maar het antwoord dat ik duidelijk meekrijg is: I ain´t got time for this shit. En dus moet ik gewoon fietsen en opletten voor de trucks die af en aan rijden.
In Springfield, een van de weinige plaatsen tussen Lamar en Boise City, is het al niet veel anders dan in de meeste andere Amerikaanse stadjes; veel leegstaande winkelpanden aan Main Street.

woensdag 8 oktober 2008

Op de vluchtstrook





















Als een indiaan op een heuvelrug spieden mijn ogen de omgeving af. De vluchtstrook bedoel ik natuurlijk. Want de vluchtstrook is vol verrassingen. Gisteren was er een minder aangename verrassing. Een schroef van zo´n twee centimeter boorde zich loodrecht in de achterband. Boem, boem, boem, er ontsnapte nog geen lucht, maar het was duidelijk dat ik zo niet verder kon fietsen. Het gebeurde net buiten Rocky Ford en ik was van plan om nog zo´n tien mijl verder te fietsen naar La Junta. Maar door die lekke band belandde ik in een motel in Rocky Ford.
Regelmatig is het slalommen op de vluchtstrook. Om steenslag te ontwijken en nog veel meer. Vooral aan de stukken rubber van kapotgereden banden van vrachtwagens heb ik een hekel, want die zitten vol gemene ijzerdraadjes. En verder ligt er veel glas op de vluchtstrook. Naast tientallen dode herten en andere aangereden beesten, reed ik eenmaal rakelings langs een opgerolde slang. En in de woestijn waren er de hagedisjes.
IJzeren kettingen en ander materiaal om goederen vast te zetten, losgetrilde nummerborden, kledingstukken en speelgoed. Het ligt allemaal op de vluchtstrook. Af en toe zie ik ook meer bijzondere dingen. Dit borduurwerkje waarin Amerika en het christendom verenigd worden bijvoorbeeld. Maar blijkbaar had iemand daar toch bedenkingen bij en mieterde het nog niet afgemaakte handwerkje op de vluchtstrook.

dinsdag 7 oktober 2008

Letters





















Ik hou van letters. Ik hou van kleur. Wat zou het leven zijn zonder? Hoe zou ik mijn weg vinden? Amerika is een land van letters. Billboards die de weg wijzen naar een nog mooier leven.
Over het algemeen richt ik mijn camera op letters die door de loop der jaren aan kracht hebben ingeboet. Letters die boodschappen brengen, waar we nu geen belangstelling meer voor hebben. Oude ambachtelijke vormen die de glorietijd van Amerika representeren. De tijd dat auto´s er uitzagen als vliegtuigen. Het tijdperk van rock-´n-roll ook.
Bij het verlaten van Pueblo zie ik de letters COLOR op een pand staan. Colorado afficheert zich als colorful, maar in dit geval betreft het een keten voor winkels die tegels en tapijt verkopen. Nieuwe letters, maar wel aantrekkelijk vormgegeven.
Het oude bord USED CARS in het ten oosten van Pueblo gelegen stadje Fowler is op zich niet zo bijzonder, maar omdat het van die oude letters zijn met zoveel geschiedenis toch ook weer wel.

maandag 6 oktober 2008

I´m a poor lonesome cowboy

Vandaag overviel me zomaar opeens een gevoel van eenzaamheid. I´m a poor lonesome cowboy and I´m a long way from home, zogezegd.
Helemaal uit het niets komt dat gevoel niet. Vanaf vandaag sta ik er namelijk alleen voor. Nou ja, dat stond ik natuurlijk de hele tijd al, maar nu toch nog wat meer. Vanaf Pueblo wijzen de kaarten van Adventure Cycling niet langer de weg. Vanaf nu moet ik zelf mijn weg vinden. Handige informatie over wat er zoal onderweg te vinden is aan motels, campings, winkels enz. krijg ik niet meer aangereikt door de plattegronden die ik tot nu toe volgde. Het voelt alsof een goede vriend me in de steek laat.
Dat is ook letterlijk een beetje het geval. Ik had gehoopt om mijn fietsmaatje Glenn van de coast-to-coast-fietstocht van 1994 te ontmoeten in Colorado. Het is er helaas niet van gekomen. Glenn vond mijn onderneming weliswaar awesome, maar bij dat Amerikaanse enthousiasme bleef het helaas.
En dan was er nog die nacht in Pueblo tijdens de fietstocht met America By Bicycle in 2003 met een leuke reisgenote. Dat zit er nu ook niet in. I´m a poor lonesome cowboy and I´m a long way from home.
Op dit moment giert de wind om het motel Days Inn in Pueblo. De regen klettert tegen het raam. Morgen moet ik verder.

Old town Salida





















De meeste motels, restaurants, tankstations en garages in Salida, Colorado, zijn te vinden aan US 50. Veel passanten zullen niet meer zien van het plaatsje dan die paar mijl. Maar er is ook nog een old town Salida. Het oude stadshart is in veel Amerikaanse steden ten dode opgeschreven. Gelukkig zijn er ook mensen die het niet zover willen laten komen. In Salida houden kleine zelfstandigen het oude centrum levendig. Met restaurantjes en veel artistieke bedoeninkjes is het er gezelliger dan aan US 50. Zelfs een sportzaak kan er cool uitzien.

zondag 5 oktober 2008

Monarch Pass





















In de woestijn vroeg ik me soms af waarom ik toch die ballast als lange wielerbroek, zweethemden en regenjack had meegenomen. Nu weet ik waarom. Het is in Gunnison slechts twee graden boven nul als ik wakker word. Dat belooft weinig goeds voor mijn hernieuwde kennismaking met Monarch Pass, 3447 meter hoog. En ik heb al zulke slechte herinneringen aan deze berg in de Rocky Mountains.
Vijf jaar geleden fietste ik van San Francisco naar New Hampshire met America By Bicycle. Op de racefiets die keer. De bagage werd vervoerd. Ook toen kwamen we door Gunnison, waar ik nog even rondfietste om wat foto´s te nemen. Bij een stoplicht werd ik aangereden door een pick-up truck die linksaf sloeg en mij als tegemoet komend verkeer geen voorrang verleende. Even uitleggen: in Amerika gaan de stoplichten in twee beurten, zodat afslaand verkeer dient te wachten op verkeer dat rechtdoor gaat. Ik werd naar het ziekenhuis gebracht in een ambulance, maar op de foto´s was geen blijvende schade te zien. Dat was maar goed ook, want precies een jaar eerder was ik ook al aangereden. Bij dat ongeluk in Roden waren de gevolgen erger: een gebroken bovenbeen en een gebroken heup. Dus de schrik in Gunnison was groot.
In een bestelbus moest ik in 2003 toekijken hoe de rest van de groep Monarch Pass beklom. Er waren trouwens ook enkele fietsers die er maar liever niet aan begonnen en die me gezelschap hielden. Onbegrijpelijk, maar goed.
Vandaag gaat het dus eindelijk gebeuren. Monarch Pass trekt flink aan de kuiten en zo ongeveer op driekwart van de berg begint het te sneeuwen. Maar ik weet dat ze op de top heerlijke warme chili verkopen, dus niets kan mij stoppen.
De chili is op en in de afdaling is het vreselijk koud (ik heb er ook nog een regenjack bij aangetrokken), maar als het ergste leed geleden is, kan ik niet ophouden met vreugdekreten. Yeehaw!

zaterdag 4 oktober 2008

Duitsland

Dat is nu al de tweede keer dat ik in Colorado op de Duitse toer ga. In Dolores was dat mijn eigen schuld. Want in een restaurant met de naam Old Germany valt het te verwachten dat er Duitse muziek klinkt. Tiroler deuntjes van het ergste soort.
In Gunnison is een Oktoberfest gaande om geld in te zamelen voor het Gunnison Arts Centre. Eins, Zwei, Super! En dat super dus op zijn Duits gezongen. Pete Dunda, in Lederhosen, kent gelukkig ook nog wat andere deuntjes. Wat polka en ook een beetje western swing. Maar echt swingen wil Choo Choo Ch´ Boogie met die accordeon als een synthesizer toch niet.

vrijdag 3 oktober 2008

Telluride





















Cool dude. Ik zit thuis bij Jaime, fotograaf en ober, en vertel over mijn reis. Vrienden lopen er in en uit. Ook allemaal cool dudes. De deur gaat nooit op slot. Niet nodig volgens Jaime. De autosleutels steken gewoon in het contactslot van zijn oude Volvo, die trouwens al bijna twee maanden werkloos langs de straat staat.
Onderweg naar Telluride fiets ik op met Jaime en Steve, die op hun mountainbikes net een zware tocht hebben gemaakt. Ik vraag of Telluride betaalbare motels heeft en Jaime nodigt me direct uit om bij hem thuis te overnachten. Want betaalbaar is Telluride dus niet. Het is een wintersportoord vol coole gasten. Tom Cruise heeft er bijvoorbeeld een optrekje.
Omdat Jaime vrij heeft, nodigt hij me uit te eten in het luxe restaurant Cosmopolitan waar hij werkt. Als werknemer krijgt hij (en ik dus ook) een korting van vijftig procent. Ik trakteer omdat ik een gratis overnachtingsplaats heb. En voor half geld is het menu bijna normaal geprijsd. De zalm is van grote klasse. En luxe is het er. De kruimels van het brood worden door de dienstdoende ober elke keer als hij langs komt van het witte tafellaken geschraapt.
Na het uitstekende diner zakken we af naar The New Sheridan Bar, dat er ondanks die naam nog grotendeels zo uitziet als in 1895. Met grote schuine spiegels boven de bar, zodat de klanten naderend onheil achter hen tijdig konden opmerken.
De volgende ochtend hangen Jaime en zijn huisgenoot Ron al weer hoestend aan de waterpijp. In een oude VW-bus vertrekt Ron naar zijn werk. Zijn fiets is een jaren zeventig model met bananaseat. Cool dude. Overigens rijdt bijna iedereen in Telluride rond op een coole fiets, vooral de cruiser is er ongekend populair.
Telluride is bij liefhebbers van rootsmuziek wellicht bekend door het Telluride Bluegrass Festival, dat jaarlijks in juni wordt gehouden. Wat me dan nu even brengt bij Take Root, dat zaterdag in Groningen wordt gehouden. Ik zal er deze keer niet bij zijn, maar beveel het festival bij deze van harte aan.


Herfst





















De vrachtwagens grommen en piepen en schakelen nog maar eens een versnelling terug. Moeizaam kruipen ze naar de top van de Lizard Head Pass, ruim 3100 meter hoog. Zuchtend volg ik hun voorbeeld. Ook maar een tandje terug. Toch vallen de Rocky Mountains erg mee. Het is makkelijk om in een redelijk constant ritme te klimmen. Het stijgingspercentage schommelt namelijk niet al te erg.
Na alle woestijndroogte is Colorado een verfrissing. Er is schaduw en naast me klatert hdet water door de Dolores River.
In Rico bereiden ze zich voor op de winter. Het heeft hier al gesneeuwd, maar nu is het net als alle andere dagen van mijn reis warm. Maar lang zal het niet meer duren voordat de winter zich echt aankondigt. Tussen oude auto´s en motoren staan stoere kerels achter hun huizen in enorme blokken hout te hakken. Onderweg kom ik ook al een pick-up truck met sneeuwschuiver tegen. Mogelijk slaat het weer komend weekeinde om. Dan moet ik over Monarch Pass, die 3447 meter hoog is.
Voorlopig heb ik zomerweer, maar het is al wel degelijk herfst. De berghellingen kleuren prachtig geel door het bladerdek. Vooral mooi als dat geel scherp afsteekt tegen het groen van de naaldbomen.

woensdag 1 oktober 2008

Verkiezingen




















Van de Amerikaanse presidentsverkiezingen merk ik niet veel in Amerika. Slechts heel af en toe hoor ik er iemand over praten. Het is bepaald geen favoriet gespreksonderwerp van de gemiddelde Amerikaan. Langs de kant van de weg staat slechts zelden een bord voor Obama-Biden of McCain-Palin. Als er al verkiezingsborden staan, dan is het voornamelijk voor regionale functies.
Vandaag zag ik in een tuin in Dove Creek, Colorado, wel een heel groot bord staan voor John McCain. Maar McCain moet het qua populariteit toch duidelijk afleggen tegenover Jezus. Die had duidelijk meer borden staan. Want Jezus redt. En God heeft het goed voor met Amerika. Zoals Amerika het goed voor heeft met de wereld. Dat is zo ongeveer de boodschap van de borden in deze tuin.
Het huisvlijt was niet zomaar even het werk van een achternamiddag. Er was bepaald nagedacht over de presentatie. Zo staat in de tuin een oude brandweerauto met de tekst: Lets put out the fires of hell with Gods truth. Oftewel: Pray for out nation. Save our guns. Let freedom ring.

Tussenetappe




















Colorado is de vierde staat van deze fietsreis. De rode rotsformaties van Utah liggen achter me. De Rocky Mountains liggen voor me. Maar vandaag fiets ik door golvend terrein. Het westen van Colorado is een landschap van gras en graan. En heel veel graansilo´s. Een plezierige tussenetappe voordat de Rockies de benen, het lijf, het hoofd zullen tarten.