zondag 27 december 2009

Fort Washakie, Wyoming (1994)




















We waren gewaarschuwd. Gregg had de avond tevoren verteld dat er wel eens moeilijkheden waren geweest tussen fietsers en indianen in het Wind River reservaat in Wyoming. Natuurlijk hadden we daar een beetje smalend over gedaan. Gregg was de leider van het groepje dat van Virginia naar Oregon fietste. Hij had een cursus bij Adventure Cycling gevolgd en dat betekende dat hij deze drie maanden niet uit eigen zak hoefde te betalen. Hij regelde de geldzaken en had extra informatie van fietsers die in voorgaande jaren de route hadden gefietst. Zoals het gaat met een leider, was hij niet erg geliefd, vooral omdat hij niet in staat leek te genieten van de onderneming. Zo’n waarschuwing, dat was daar nou weer typisch een voorbeeld van.
Ergens in dat reservaat was ik over het prikkeldraad geklauterd, om bij een beekje wat foto’s te nemen. De fiets lag op de vluchtstrook. Verkeer was er nauwelijks. Terwijl ik door de zoeker keek, stopte even voorbij mijn fiets een oude pick-up truck. Twee van de drie indianen die in de laadbak zaten, sprongen van de auto. Shit, ik schrok en vroeg me af wat ze wilden. Zo snel mogelijk probeerde ik weer over het prikkeldraad te geraken om mijn fiets met alle bezittingen veilig te stellen.
Totaal overbodig natuurlijk. De indianen hadden autopech. In het voorbijgaan groette ik de jongen die in de laadbak was blijven zitten. Tot meer dan een korte hoofdknik en een onverstaanbare groet was hij niet in staat.
Voor een souvenirwinkel vol indiaanse spullen in Fort Washakie stond een tipi met enkele afbeeldingen van krijgshaftige indianen. Misschien moest de krijger op een palomino wel het opperhoofd Washakie voorstellen. Hij had er voldoende veren voor aan zijn tooi.
Washakie was een leider van de Shoshone. Hij had vrede gesticht met de kolonisten, die van zijn stam bizonhuiden kochten. In 1865 probeerden de Sioux, Crow en Cheyenne het opperhoofd over te halen om samen tegen de blanke overheerser te strijden. Washankie sloot zich echter aan bij het Amerikaanse leger en vocht tegen de Sioux. Die vielen het kamp van de Shoshone aan en doodden daarbij de zoon van Washakie.
De Shoshone hadden al snel ook alle reden om boos te zijn op de blanken. Washakie en zijn volk werden uit de vallei waar ze woonden verdreven, omdat daar een spoorbaan moest worden aangelegd. Ze moesten naar het Wind River reservaat. Bovendien werd na tien jaar het reservaat ook opengesteld voor de Arapaho, een aartsvijand.
Indianengevechten waren uitgebleven tijdens onze fietstocht, maar na Crowheart stond ons nog wel een andere strijd te wachten. De wind blies ongenadig hard stof en zand in het gezicht. Langzaam fietsten we omhoog naar Dubois, een stadje halverwege de Togwoteepas. We hoefden onze tenten er niet op te zetten. Gregg had een overnachting geregeld in de tipi’s die op de camping stonden.