vrijdag 12 september 2008

Honderd kilometer klimmen




















Jongen, jongen, jongen, waar ben je nou mee bezig? Moest je nou echt zo nodig voor de vijfde keer door dat veel te grote land fietsen? Had je niet gewoon iets leuks kunnen gaan doen? Iets ontspannends? Je fietst hier nu wel over de Mormon Emigrant Trail, maar waarom eigenlijk? Genieten doe je toch niet! Je zit alleen maar te stampen, meestal op het kleinste verzet, en bij elke bocht hoop je dat de weg daarna vlak is. Tegen beter weten in.
Zo ongeveer verloopt de fietstocht van Placerville naar Kirkwood in mijn bovenkamer. Bijna honderd kilometer lang alleen maar klimmen. Mijn hoofd verklaart me voor gek. Hetzelfde hoofd dat ik probeer tevreden te stellen door er heel veel water in te gieten. Maar het hoofd is nauwelijks dankbaar. Net zo hard als ik er iets ingiet, loopt het er in straaltjes ook weer uit. En mijn hersenen blijven me lastigvallen met vragen die er nu toch niet meer toe doen. Daarvoor is het te laat. De banden rollen. The road goes on forever.
Water is hoofdzaak tijdens deze extreme tocht. Bij Omo Ranch zijn de bidons bijna leeg, terwijl het nog een heel eind is naar Cooks Station. Omo Ranch is een gat, maar gelukkig hebben ze er een school. Ik fiets het schoolplein op en de schooljuf vult beide bidons. Thank you! Thank you! De bidons zijn alweer bijna leeg als ik aankom bij Cooks Station. Ik kan mijn geluk niet op als ik het bord FOOD-GAS zie staan. Ik neem een kop chili en pak een gallon water uit de koeling. Ik zoek de watertas van Ortlieb op die ik een paar dagen voor vertrek nog heb gekocht. Voor de lange tochten door het vrijwel onbevolkte Nevada. Maar de tas voor vier liter water in is nu al noodzakelijk.
Tergend langzaam klim ik verder naar Kirkwood. Mijn snelheid zakt soms onder de vijf mijl per uur. En ik moet nog 28 mijl. Dat is dus nog ruim vijf uur fietsen! Maar dan is het al donker! Daar gaat mijn hoofd weer: waarom moest je nou ook zo nodig?
Tijdens de schemering sta ik op een driesprong van iets dat Kirkwood moet zijn. Moet ik rechtsaf om een motel te vinden of toch rechtdoor? Ik houd een auto tegen om het te vragen. En ik leg uit dat ik doodop ben en niet in het donker kan fietsen. Ik heb geluk. Nina Belcher begrijpt het helemaal. Ze heeft namelijk zelf al eens een fietstocht door Europa gemaakt. Ze belt naar het motel, dat echter nog een behoorlijk stukje hier vandaan is. En het restaurant - ik heb na alle dorst nu ook honger - staat weer heel ergens anders. Dat wordt niks, want de energie ontbreekt om nog een paar mijl naar een restaurant te lopen. En bovendien is het hier in dit bosrijke plaatstje al echt donker aan het worden. Maar o wat een geluk dat ik juist haar staande heb gehouden; ze verhuurt namelijk een appartementje in Kirkwood. Voor de tweede keer deze reis volg ik een auto. Nina brengt me daarna nog naar het restaurant voor een afhaalmaaltijd, omdat de zaak al gaat sluiten.
De volgende ochtend pas zie ik tegenover mijn appartementje skiliften. Zo hoog zit ik dus al.

Geen opmerkingen: