zondag 8 maart 2009

Baton Rouge, Louisiana (1996)

Stiekem heb ik altijd wel een beetje gehouden van het nummer Mississippi van Pussycat. Miiih-hiiih-sis-siiip-pii. De dames uit Limburg maakten de Amerikaanse rivier bijkans onoverbrugbaar breed. Dat was wel even wat anders dan de Maas.
Onoverbrugbaar breed. Dat was ie werkelijk, waardoor we waren aangewezen op een veerboot. Ik fietste met mijn lief Marina uit Brooklyn en Zsi Zsi uit Boston richting Merryville om er de ferry over de Mississippi te nemen. We waren een flink eind omgereden, maar voor niets, zo bleek. Onderweg vonden we uit dat de boot alleen maar vroeg in de ochtend en in de namiddag in gebruik was. Een fikse tegenvaller. Nu moesten we alsnog door de bayous afzakken voordat we de veerboot bij St. Francisville konden nemen. Af en toe liet de machtige Mississippi zich links van ons zien. Een donkergrijze stroom op deze toch al asgrauwe, regenachtige dag. Fietsen door de moerassen van Louisiana is bepaald geen pretje. De op palen aangelegde wegen hebben er geen vluchtstrook en de automobilisten in dit deel van Amerika hebben het niet zo op fietsers.
De avond viel al toen we eindelijk de overkant van de rivier hadden bereikt. Zsi Zsi, een lesbienne, had op de veerboot een lift geregeld in een pick-up truck door haar charmes in de strijd te gooien bij een stoere visser. Enkele uren later doolden we door nachtelijk New Orleans. Van dixieland naar zydeco naar blues. We lieten het over ons heen komen als ware toeristen, iets wat we ons eigenlijk al helemaal niet meer voelden. Reizigers, dat waren we.
Wie alsmaar onderweg is, vergeet wel eens waarom. Amerika is mijn vluchtstrook, maar soms was dat gevoel even helemaal weg. Zodat de Mississippi zijn door een imponerende muziekgeschiedenis (en ik heb het nu even niet over Pussycat) en de avonturen van Tom Sawyer en Huckleberry Finn verworven magie totaal verloren had op het moment dat die rotrivier ons tot een omweg dwong.
Een dag later waren we in Baton Rouge. Terwijl ik in een platenzaak door de Rolling Stone bladerde, besefte ik plots weer waarom ik onderweg was. Amerika, de bakermat van rock-’n-roll, het land van mijn dromen. Of waren die dromen vals? Was het Amerika waar ik van hield slechts een illusie die in stand werd gehouden door tijdschriften?
Ik las een laaiend enthousiaste recensie van de dubbel-cd Being There van Wilco en vroeg me af waar dat dan was. Thuis, bij mijn boeken en platen, of toch hier? Ik liep naar buiten en nam een foto van de voormalige bioscoop Varsity die nu werd gebruikt als rockpodium. De concerten die er werden aangekondigd kon ik niet bezoeken. Dan was ik al weer onderweg. Niet ver van Varsity vandaan maakte ik in de Bayou Lounge kennis met een interessante religie, die me vertrouwen gaf in het laatste deel van de reis. “The church of Elvis promotes the belief that we learn more about ourselves through imitation of the life of Elvis.” Ik was blij dat ik de oostkust nog niet bereikt had en dus nog even in het land van rock-’n-roll zou vertoeven. Being there!

Geen opmerkingen: