zondag 8 februari 2009

Frimley, Nevada (2003)




















Even buiten Reno waren drie mannen in de weer om een billboard van een nieuwe reclameslogan te voorzien. Het materiaal hing nog niet strak en de plooien glommen in de zon. Where You Gonna EAT? Het beoogde antwoord stond rechtsonder in rode westernletters op een gele achtergrond: Rail City. Een casino natuurlijk, dit was immers Nevada. De serveerster, wiens neus bijna net zo groot was als de werklui, lachte de automobilisten op Interstate 80 uitnodigend toe.
Eigenlijk zou je willen dat die billboards nog altijd geheel van hout zouden worden gemaakt. Met de hand geverfd het liefst. Zodat de boodschap door de tijd zou worden ingehaald. Letterlijk en door het verweerde karakter van oude verf. Past ook veel beter in de dorre natuur.
Afijn, ik verliet Reno alweer en was onderweg naar Lovelock. Dat betekende de hele dag fietsen over de snelweg. Andere wegen zijn er namelijk niet. Als een Nevada Fighter stampte ik op de pedalen. Dat nummer van Michael Nesmith, de Monkee die in een later leven briljante countryrock-platen maakte, ging over mij. Left on the highway outside of town.
Fietsen over de snelweg, in Nederland zou het zeker een kaderberichtje in de krant opleveren. Hier was het normaal. Nou ja, voor zover fietsen normaal was hier.
Voor de eerste keer reed ik zonder bagage door Amerika. De koffer lag in een trailer van America By Bicycle, de organisatie die deze route van San Francisco naar Portsmouth, New Hampshire, had uitgestippeld. Dus met dat left on the highway viel het eigenlijk nogal mee. Ik fietste met een andere Nederlander, Daco, en we vlogen al onze Amerikaanse fietsvrienden voorbij.
De vluchtstrook was breed en geen automobilist haalde het in het hoofd om het gedeelte naast de rijbaan op te zoeken. De ribbels in het wegdek garandeerden onze veiligheid. Die zorgden voor een enorm lawaai als er al eens iemand even overheen reed. Op de fiets was er rechts van die ribbels voldoende ruimte. In feite hadden we een fietspad tot onze beschikking.
Fietsen over de vluchtstrook leverde wel andere problemen op. Het was af en toe slalommen om stukken rubber van kapotgereden banden van de enorme trucks die hier langsraasden. Roll Truck Roll. Het is weliswaar een prachtig liedje van de Texaan Terry Allen, maar op Interstate 80 had ik het toch niet zo op met die 18-wheelers. Dat rubber zit namelijk vol ijzerdraadjes en het laat zich raden wat dat betekende. Lekke banden.
De hele dag rechtuit op dezelfde weg, terwijl het landschap hetzelfde bleef. Je ging er bijna van hallucineren. Licht in het hoofd werd je er van, die eindeloze weg voor je die maar niet wilde wijken. Want na elke hobbel die genomen werd, was de verrassing steeds weer dat er geen verrassing was.
En dan opeens toch een verrassend beeld. In de verte leek een truck door het luchtruim te zweven. Was ik al zover heen? Dat viel mee, het bleek om reclame te gaan voor de Truck Inn, een motel en casino in Frimley.

Geen opmerkingen: