dinsdag 30 september 2008

Kaartje kopen voor het Woeste Wilde Westen




















Voor het Woeste Wilde Westen moet je tegenwoordig een kaartje kopen. Dat maakt het toch wat minder, euh, spannend. Kijk, ze hebben er zelfs voor gezorgd dat de bezoekers niet in het stof hoeven te staan als ze een ticket kopen voor Doc Cranshaw´s Wild West Medicine Show. De attractie is enkele mijlen verwijderd van Moab en dat is maar goed ook, want zo kan ik niet in de verleiding komen om er toch even heen te gaan. Extra mijlen fietsen doe ik liever niet. Bovendien begint de show pas in de avond en in het donker fietsen moet je hier niet doen.
Zodoende beland ik in Woody´s Tavern waar de band Stonefed staat te spelen. Een lokale act die de jaren zeventig terughaalt. Na tien minuten besef ik dat ze nog steeds met hetzelfde nummer bezig zijn. Omstebeurten doen de gitaristen hun ding. Live is dit wel lekker, maar op plaat zou ik er zo zat van zijn. Dat ik er nu zo van geniet, heeft waarschijnlijk ook alles te maken met het gegeven dat het lekker is om eindelijk weer eens een band aan het werk te zien. De op funk en rock gebaseerde sound van Stonefed doet nog het meest denken aan een bijna vergeten band als James Gang, maar dan helaas zonder toetsen.
Nog even terugkomen op het Woeste Wilde Westen. De postbussen aan de andere kant van Moab, op weg naar Monticello, komen toch veel dichter bij het beeld dat ik daarbij heb. Vooral als even nadat ik deze foto heb genomen een pick-up truck in een stofwolk tot stilstand komt en een mouw van een geruit shirt uit de auto wordt gestoken om de post te pakken. Om direct daarna weer in een stofwolk te verdwijnen.

maandag 29 september 2008

Moab

Delicate Arch (bovenste foto) is te vinden op alle nummerplaten van auto´s uit Utah. Met ruim honderd mensen zitten we in het Arches National Park bij Moab tussen de rotsformaties te wachten om bij zonsondergang hetzelfde rood/oranje met de blauwe lucht te vangen zoals die op de grafische weergave op de nummerplaten te zien is. Een bijzondere ervaring.
De economie van Moab draait grotendeels om alle sportieve activiteiten die je in dit bijzondere landschap kunt ontplooien. Moab is vooral een walhalla voor mountainbikers. Als ik de stad binnenrol, doe ik dat samen met een groep die er net een tocht op heeft zitten. Ze zijn toch vooral jaloers op mijn trip. Nergens anders tijdens mijn reis zie ik zoveel fietsers. Zelf doe ik het trouwens in Moab een dagje rustig aan. Zo´n tocht door de canyons is vast en zeker bijzonder, maar nu toch maar even niet.


zaterdag 27 september 2008

Green River







































In Green River draait het om Gas Food Lodging. Dat zijn twee albumtitels in een zin, waaruit al mag blijken dat het me hier bevalt. Niet dat het nog geen duizend inwoners tellende plaatsje in Utah veel te bieden heeft. Niet veel bijzonders althans. Maar voor reizigers heeft het wel de kernzaken in de aanbieding: brandstof, voedsel en overnachtingsplaatsen.
Green River is feitelijk niet veel meer dan een straat die evenwijdig loopt met Interstate 70. Dicht aan de snelweg vind je Motel 6, Super 8 Motel, Ramada Inn, Best Western, Holiday Inn en Comfort Inn. De ketens hebben het duidelijk gewonnen van bedrijven als Sleepy Hollow Motel, Budget Inn en Robbers Roost Motel, die iets verder van de snelweg zijn gevestigd. Die zaken bestaan tenminste nog, veel motels zijn verdwenen. Dat wil zeggen, ze staan er nog wel, maar er slaapt niemand meer. Oude restaurants, tankstations en cafés moeten het ook zonder klandizie stellen. De letters die ooit klanten moesten binnenhalen, zijn betekenisloos geworden, de kleuren aan het vervagen. Maar wat is dat oude handwerk toch veel interessanter dan al die gelikte logo´s van die grote bedrijven van nu.
Nog even dit: gisteren sprak ik het bange vermoeden uit dat ik vandaag in een tentje zou zitten op een primitieve camping zonder stromend water. Gelukkig heb ik een alternatieve route gevonden. Veel noordelijker en deels via Interstate 70, waarna ik na drie dagen fietsen weer verder kan via de oorspronkelijke route. Even voor de duidelijkheid: andere wegen om op dat punt uit te komen zijn er dus niet. Eigenlijk vind ik deze alternatieve route veel interessanter. Liever de kleurenpracht van oude letters dan het zoveelste natuurpark.
Tot slot die albumtitels. Green River is van Creedence Clearwater Revival en Gas Food Lodging van Green On Red. Topplaten.

vrijdag 26 september 2008

Geen echte cowboy




















Daar staat hij dan, die fietser die in Amerika zijn cowboydroom wou najagen. Alweer 150 kilometer in de benen na een tocht van Boulder naar Hanksville. Mooie plaatsnaam, Hanksville, maar wat een gat. En toch zitten al twee van de drie motels vol. Want september en oktober zijn hoogseizoen in Utah. Bovendien, het is een heel eind rijden naar een ander motel vanuit Hanksville. Dus neem ik de eigenlijk te dure kamer in Hanksville Inn toch maar.
Die pijl op de foto slaat op de dag van morgen. Want waar zal ik morgen slapen? Morgen moet blijken of ik een echte cowboy ben. Want een cowboy heeft natuurlijk helemaal geen motelkamer nodig. Die slaapt in de wildernis. Tot nu toe heb ik een keer gekampeerd, omdat alle motels vol waren. Maar dat was wel in een stadje, zodat ik gewoon boodschappen kon doen en eten in het restaurant. Maar morgen moet ik bijna 200 kilometer fietsen naar het volgende stadje (lees: motel). En daar heb ik de puf niet toe. Is waarschijnlijk ook echt te ver. Dus moet ik ergens halverwege kamperen op een camping zonder stromend water. Met honger zal ik uitkijken naar de volgende dag. Zodat ik weer kan douchen en mijn computer gebruiken.
Een echte cowboy zal ik wel niet meer worden.

Van Boulder naar Hanksville







donderdag 25 september 2008

Escalante Canyon Arts Festival

Bryce Canyon is een van de toeristische trekpleisters van de staat Utah, maar eigenlijk maakt het niet uit of je in een van de nationale parken bent, of gewoon onderweg, de omgeving is vrijwel zonder uitzondering adembenemend. Over Route 12 fiets ik van Bryce Canyon verder naar Boulder en af en toe moet ik in de remmen knijpen om de natuur op foto vast te leggen.
Dat doet ook Carol Brightman Johnson, maar zij doet dat met penselen. Ik ontmoet haar aan Route 12 tussen Tropic en Escalante waar ze aan de kant van de weg aan het werk is. Ze is overgekomen van de oostkust, Connecticut, om mee te doen aan het Escalante Canyon Arts Festival. Met dat evenement wil het plaatsje meer bekendheid verkrijgen en hoopt het bovendien duidelijk te maken dat naast de bekende attracties Route 12 ook een uitstekende bestemming is voor toeristen. En Escalante doet dat dus met kunst, op zich al een prima reden om het plaatsje te bezoeken.
¨Eigenlijk past het niet om kunst in competitieverband te beoefenen,¨ meent Carol Brightman Johnson, ¨maar dit soort gelegenheden zijn wel de manier om aandacht op je werk te vestigen.¨ Eerder dit jaar sleepte ze in Wyoming een belangrijke prijs in de wacht.

dinsdag 23 september 2008

Trading post




















Vlak voor Red Canyon, onderweg naar Bryce Canyon National Park, staan enkele winkels met indiaanse kleden, kachina-poppen, turquoise sieraden, moccasins en andere voor toeristen vervaardigde handel. Veel in China geproduceerde prullaria ook. Trading post worden die winkels nog altijd genoemd. Allemaal met grote billboards langs de kant van de weg aangekondigd. Op de een of andere manier moet ik altijd even rondkijken in die winkels. Het is eigenlijk altijd een teleurstelling. Gelukkig maar. Want hoe zou ik die spullen moeten meenemen op de fiets?

maandag 22 september 2008

Gezadelde paarden en een slapende cowboy




















Het Cedar Breaks National Monument is een vergelijkbaar natuurwonder als Bryce Canyon, alleen veel minder bekend. Het is te bewonderen op drie kilometer hoogte ten oosten van Cedar City. In de afdaling is het landschap bijna net zo fraai. En dichtbij het plaatsje Panguitch kom ik uit het bos opeens op een vlakte met open land. Het domein van cowboys.
Tijdens de afdaling zie ik een aantal paarden staan bij een hek. Als ik voor een dood paard afstap, dan nu ook. Ik maak wat foto´s en blijf aan de goede kant van het bordje NO TRESPASSING. Een beetje vreemd dat ik helemaal niemand zie. De paarden zijn gezadeld en ik loop hier nu al een tijdje rond, maar er is niemand te bekennen. Of toch. Opeens zie ik een cowboy die ligt te slapen. Wakker maken lijkt me niet nodig.
Voor het Flying M Restaurant in Panguitch staan enkele paardentrailers. Altijd goed als de lokale bevolking een restaurant weet te vinden. Het is er afgeladen. Ik kom de zaak niet in voordat eerst een hele groep Fransen buiten staat. Een hele rij mensen staat te wachten tot er een tafel vrij is. Aan de bar is echter voor een eenling altijd wel een plekje. Een voordeel van alleen reizen. Opvallend trouwens dat ik nu voor het eerst echt tussen de toeristen verkeer. Utah heeft veel te bieden aan natuurschoon. De diverse zaakjes met cowboy collectibles in de hoofdstraat vind ik overigens bijna net zo interessant.

Een doel




















Het verstand op nul en de blik op oneindig, wat is het toch eigenlijk een onnozele uitdrukking. Oké, misschien vat de wielerterm goed samen wat het is om door het Hogeland van Groningen te fietsen. Waar je in alle ruimte de oneindigheid toch vooral moet zoeken in je hoofd. Want voor je het weet houden die lange rechte wegen er toch echt op.
Wat het is om over echt lange rechte wegen te fietsen; ik heb het nu ervaren. Die blik op oneindig heb je er niet nodig, want daar kun je niets mee. Want oneindig is er veel te ver weg. En dan lukt het echt niet om het verstand op nul te zetten. Dan begint het te malen daar bovenin. Gebeurt er van alles in het hoofd, terwijl er verder absoluut niets gebeurt.
Ik ben blij dat ik in Utah ben. Vandaag fiets ik over drie kilometer hoogte. Geen centje pijn. Kijk, die bochten geven je een doel. Steeds weer. Daarbij hoef je dus niet na te denken. Gewoon een kwestie van doen.

zondag 21 september 2008

Een dood paard en een koe op een skateboard




















Utah verwelkomt me met een dichte wind die vol in mijn gezicht blaast. Ik moet ruim 130 kilometer fietsen over een vrijwel rechte weg, met daarin ook nog eens drie bergpassen. Bovendien is er nergens een gelegenheid om iets te drinken of te eten te kopen. State Road 21 in Utah is nog leger dan de loneliest road in America. Hooguit eens per vijf minuten zie ik een auto.
Met het hoofd gebogen om zo weinig mogelijk wind te vangen, volg ik de witte lijn langs de kant van de weg. Oog voor de omgeving heb ik nauwelijks. Het is domweg op de pedalen duwen. Een adembenemende lucht die ik inmiddels maar al te goed ken van alle roadkill, doet me toch even opkijken. Rechts ligt een enorm kadaver. Ik fiets nog een klein eindje door en stap dan af. Uit de wind loop ik op het dode beest af. Het is een paard. Een eindje verder ontwaar ik een koe op een skateboard. Wel zo´n plezierig gezicht.
In de woestijn zie ik enkele dust devils, dat zijn zandverstuivingen in de vorm van een tornado. Pakte de wind mij ook maar op, denk ik. In een keer over de bergen. Zelfs in de afdalingen van de Halfway Summit, Wah Wah Summit en Frisco Summit moet ik op de pedalen duwen om vooruit te komen.
Met pijn en moeite bereik ik Milford. Een doof gevoel in de handen. Zadelpijn. En mijn kaken doen zeer van het moeilijk kijken. De yell als ik eindelijk Milford zie liggen, komt er dan ook maar weinig overtuigend meer uit. Ik voel me eerder een dood paard dan een koe op een skateboard.

vrijdag 19 september 2008

Beschaving in Baker




















Aaaaahh, beschaving! Dat is het gevoel dat overheerst als ik binnenstap in het Lectrolux Café in Baker, nog steeds in Nevada. Een café met boeken en fraaie foto´s aan de wanden. Eindelijk eens geen voorspelbare countrydeunen, maar jazzmuziek die klinkt. En popmuziek uit de sixties (Byrds,
Dylan, Santana). Het Lectrolux Café voelt aan alsof ik terugben in San Francisco. Of New York.
Terry Marasco bestiert het Silver Jack Motel waar ik verblijf en daarbij hoort ook het café. Baker is een plaatsje in the middle of nowhere van vijftig inwoners. Een relatief groot deel daarvan is artistiek actief. Marasco is bijvoorbeeld tevens fotograaf.
Op de omslag van het menu, je kunt ook eten in het café, doet hij een oproep om actie te voeren tegen plannen van Las Vegas om uit dit gebied water te halen en de bouw van een kolengestookte energiecentrale. De Snake Valley heeft de schoonste lucht van het land en dat willen ze in Baker graag zo houden.
Wat ook in het verhaal staat is dat de ratelslang, de zwarte weduwe en de schorpioen hier voorkomen. De gapende ruimte onder de deur van mijn motelkamer stemt me in dit verband toch minder vrolijk.

donderdag 18 september 2008

Ely




















Ely is de meest interessante plaats aan US 50 in Nevada. Net als Carson City, Austin en Eureka, de andere plaatsen aan the loneliest road in America, groeide het snel in de dagen van de goldrush, zo vanaf 1870. De historie van Ely is sinds 2000 te bewonderen op vele muurschilderingen. Wat Ely wat mij betreft nog veel interessanter maakt, is dat er nog zoveel oude motels, garages en een prachtige bioscoop intact zijn gebleven. Pure americana.

woensdag 17 september 2008

The loneliest road in America




















Al enkele dagen fiets ik over Highway 50 in Nevada. Het Amerikaanse tijdschrift Life noemde deze weg in 1986 the loneliest road in America. Dus hoe is dat, fietsen door nergensland in totale eenzaamheid? Welnu, ik heb geluk. Ik fiets altijd met een compagnon. Erg gezellig is die echter niet. Bovendien kunnen we het maar zelden eens worden over de juiste snelheid waarmee we naar het oosten fietsen. In de ochtend verblijft mijn fietsmaatje steevast in mijn wiel. Zo rond het middaguur komt hij eindelijk naast me fietsen, altijd aan de linkerkant, maar kopwerk doen is er dan nog steeds niet bij. Pas aan het eind van de rit gaat mijn compagnon langzaam maar zeker voor me uit rijden. Een beetje pesterig eigenlijk.
Vandaag is het voor het eerst tijdens deze fietstocht enigszins bewolkt. Mijn compagnon heeft er direct geen zin meer in en is nergens te bekennen. Dat bevalt me eigenlijk wel. Ik ben namelijk constant nogal jaloers op hem. Want ook al is er hier over een afstand van zo´n 500 kilometer geen streepje schaduw te vinden, die meefietser krijgt het altijd voor elkaar om dat koele plekje te vinden. En nu is het mij eindelijk ook eens gelukt.
Moet ik verder nog iets melden over the loneliest road in America? Of zegt de foto voldoende?

dinsdag 16 september 2008

Austin, Nevada

Hey, how are you doin´? Al van de overkant van de straat begroet de kastelein van The International me. Austin, Nevada, is een klein plaatsje. Hij zit met een van zijn honden onder die voor het Amerikaanse Westen zo typerende houten overkapping. De saloon dateert nog uit de tijden van de goudkoorts. De zaak oogt authentiek, alleen het lelijke uithangbord met de naam The International detoneert nogal. Ik ben onderweg naar de saloon, omdat daar de geldautomaat van het plaatsje staat. Het is alleen de vraag of het apparaat gevuld is, zo hoor ik van enkele dorpsbewoners.
Ik heb geluk en maak de honderd dollar kapot door een Budweiser te bestellen. Ik vraag om een paar dollars in quarters, want ik heb kleingeld nodig voor de was. Ondertussen komen ook twee cowboys aan de bar zitten. Een van de honden springt op de barkruk tussen ons in en duwt zijn snoet tegen mijn gezicht. Daarna blijft de hond rustig alles volgen, met zijn kop op de prachtige oude toog.
Tegenwoordig draait het in Austin voor een belangrijk deel om turquoise. Er zijn wat zaken waar het wordt verkocht (foto) en de eigenaar van het Mountain Motel, waar ik de nacht doorbreng, heeft een mijn waar hij regelmatig op zoek gaat naar gesteente waar mogelijk turquoise in zit. Meestal brengt hij het materiaal naar de indianen, die er sieraden van maken.

Net als de Pony Express



















Wanted: Young Skinny Wiry Fellows, not over eighteen. Must be expert riders willing to risk death daily. Orphans preferred. Wages $25 per week. Apply Central Overland Express. Met deze bijzondere advertentie werden in 1860 ruiters gezocht voor de Pony Express (zie ook Middlegate Station).
Wellicht is fietsen door centraal Nevada een heel klein beetje vergelijkbaar met de ontberingen die de jonge ruiters van de Pony Express destijds hebben moeten doorstaan. Want fietsen door dit deel van Amerika is een uitdaging. De hitte en de droogte in dit niemandsland zijn ook in september niet te onderschatten gevaren. Dorpjes liggen honderd kilometer van elkaar vandaan. Daartussen is helemaal niets. Zoals ooit de jonge ruiters van de Pony Express door dit barre landschap galoppeerden, zo sta ik nu op de pedalen en zwoeg voort.
De foto toont het paard met ruiter dat het logo was van de Pony Express. Het is op mijn route regelmatig te vinden, zoals hier bij Cold Springs Station. Maar voor water kan ik er niet terecht. De pomp en het restaurant zijn al heel lang geleden gesloten.

zondag 14 september 2008

Middlegate Station




















De historische Pony Express verwisselde in 1860 en 1861 de paarden in Middlegate Station tijdens de achttien maanden dat de postmannen te paard door het land stoven voordat de telegraaf hun werkzaamheden onnodig maakte. Middlegate, in the middle of nowhere in Nevada, is niet veel meer dan een aantal trailers waar wat mensen wonen. En dan is er dus nog altijd Middlegate Station, een bar, restaurant, motel, tankstation, winkel en nog zo het een en ander. In 1985 werd de zaak gekocht nadat die jaren leeg had gestaan. De huidige eigenaren hebben er de oude historie weer teruggehaald met allerlei zaken die gevonden zijn rondom de plek. En vooral met sfeer.
Er zitten vanavond vooral lokalen waaronder Paul Smith, een zanger/gitarist die liedjes brengt van Merle Haggard, Kris Kristofferson, Willie Nelson en ga zo maar door. Gelukkig hebben ze geen gokmachines in Middlegate Station. Die hebben ze er heel even gehad, vertelt Paul, maar die zijn er al snel weer uitgegooid. De sfeer veranderde, merkt Paul droogjes op.
Dus zit ik nu op een barkruk aan een hoge formicatafel onder een glas-in-lood-lamp van Michelob Light Beer dit stukje te schrijven. Het is the middle of nowhere en mijn motelkamer van dertig dollar ziet er waarschijnlijk nog net zo uit als in 1985, maar toch is Middlegate Station een fantastische plek om deze zaterdagavond door te brengen. Met dank aan Paul Smith en de liedjes die hij brengt. I´m a travelin´ man.

Gitaar




















De gitaar bracht me in Amerika. Op de een of andere manier klinkt de gitaar in Amerikaanse rock namelijk aardser dan Engelse bands laten horen. En dat aardse, dat spreekt me blijkbaar aan. Alsof het woestijnzand van de snaren spat. Zoiets. Deze opblaasbare gitaar zie ik liggen langs US 50 in Nevada. Het ding heeft geen snaren. Maakt niet uit: ik weet wel weer even waarom ik onderweg ben.

zaterdag 13 september 2008

De kanslozen




















Aan het casino valt niet te ontkomen in Nevada. Tien jaar geleden fietste ik door Las Vegas. Omdat de befaamde Strip geen vluchtstrook kent, en daardoor voor fietsers levensgevaarlijk is, zocht ik mijn heil op het trottoir. Voor ik er erg in had fietste ik een casino in. Ik stapte er maar af.
Ik heb het niet zo op casino´s. Je vindt er ofwel types die het breed laten hangen en pronken met hun van kunstmatige rondingen voorziene blondines, ofwel de kanslozen in deze maatschappij. In het Bonanza Casino in Fallon is het de laatste groep. Alle vooroordelen over Amerikanen worden hier bevestigd. Dik en dom. Maar soms ook erg dun. En heel veel wonderbaarlijke stellen die absoluut niet bij elkaar lijken te passen. Het zijn de kanslozen die een gokje komen wagen. Misschien hebben ze toch nog een kans...
Cocktail, cocktail, daar heb je haar weer, de indiaanse medewerkster die nauwelijks boven het karretje dat ze voortduwt uitkomt. Cocktail, cocktail... Lege flesjes neemt ze ook mee. In het Bonanza Casino is het kantoor gevestigd van het Super 8 Motel waar ik verblijf. Wie honger heeft kan terecht bij Heidi´s Family Restaurant. Hoort er ook bij. De man die de Keno, een bingo-achtig casinospelletje, aankondigt komt ook hier langs.
Veel countrymuziek appelleert aan de gevoelens van deze kanslozen met liedjes die wat hoop bieden. Of juist op humoristische wijze het leven van alledag relativeren.
In de alternatieve country gaat dat anders. Een band als Richmond Fontaine beschrijft op welhaast literaire wijze de levens van de kanslozen zoals die te vinden zijn in het Bonanza Casino. Dus wie niet zelf in de gelegenheid is om Nevada te bezoeken, moet maar eens luisteren naar de cd´s van Richmond Fontaine.

vrijdag 12 september 2008

Carson City




















Er lopen twee mannen met westernshirts en cowboyhoeden binnen bij Grandma Hattie´s Restaurant en niemand kijkt op. Yep, ik zit in Carson City, Nevada, en ben nu echt in cowboy country aangekomen. Onderweg tussen Genoa en Carson City zijn twee cowboys bezig een kudde bijeen te drijven. Ik stop even en hoor een van de mannen naar de hond fluiten. Alsof ik naar een cowboyfilm sta te kijken.
Het ruim 50.000 inwoners tellende Carson City is de hoofdstad van Nevada en dankt zijn naam aan Kit Carson, een legendarische figuur uit de tijd dat het Wilde Westen nog goeddeels in kaart moest worden gebracht. Het Wilde Westen zie je nu nog terug in de aankleding van vele zaken, zoals bijvoorbeeld Cactus Jack´s Casino.
In de ruim bemeten bar Sparky´s staat een mechanische stier doelloos rondjes te draaien. Klanten zijn er nauwelijks. De neonreclame aan de wand voor Budweiser en Coors Light is in stijl in de vorm van een cowboylaars. De muziek varieert van bluesy rock tot rap. De jongens achter de bar hebben bakkebaarden en tatoeages en als ze een flesje bier openen, slaan ze de dop door de zaak. Bukken! Stoer hoor. Ik moet maar niet teveel letten op hun collega, een cowgirl met kort rafelend denimrokje.

Vergeten




















Het is nog maar een klein stukje klimmen naar de top van Carson Pass, 2613 meter hoog. Ik ben wel eens veel hoger geweest (en moet trouwens deze tocht ook nog over de veel hogere Rocky Mountains), maar ik kan me niet heugen ooit zo kapot te hebben gezeten. Niet op de Italiaanse Stelvio; niet op de Gross Glockner in Oostenrijk; niet op de hoogste top van Europa waar je met een fiets kunt komen, de Pico Veleta in Spanje; niet op de vele Alpentoppen in Frankrijk; zelfs niet op die gedenkwaardige dag dat ik samen met Hans achtereenvolgens over de Furka, Süsten en Grimsel in Zwitserland trok.
Gelukkig vallen de laatste meters van Kirkwood naar de top mee. Daarna is het heerlijk afdalen. De banden (Schwalbe Marathon Supreme) van mijn mountainbike rijden voortreffelijk. Zelfs bij het schuinhangen in de bocht merk ik nauwelijks dat ik vijf tassen aan mijn fiets heb hangen. Alle ellende van een dag eerder ben ik alweer vergeten.

Honderd kilometer klimmen




















Jongen, jongen, jongen, waar ben je nou mee bezig? Moest je nou echt zo nodig voor de vijfde keer door dat veel te grote land fietsen? Had je niet gewoon iets leuks kunnen gaan doen? Iets ontspannends? Je fietst hier nu wel over de Mormon Emigrant Trail, maar waarom eigenlijk? Genieten doe je toch niet! Je zit alleen maar te stampen, meestal op het kleinste verzet, en bij elke bocht hoop je dat de weg daarna vlak is. Tegen beter weten in.
Zo ongeveer verloopt de fietstocht van Placerville naar Kirkwood in mijn bovenkamer. Bijna honderd kilometer lang alleen maar klimmen. Mijn hoofd verklaart me voor gek. Hetzelfde hoofd dat ik probeer tevreden te stellen door er heel veel water in te gieten. Maar het hoofd is nauwelijks dankbaar. Net zo hard als ik er iets ingiet, loopt het er in straaltjes ook weer uit. En mijn hersenen blijven me lastigvallen met vragen die er nu toch niet meer toe doen. Daarvoor is het te laat. De banden rollen. The road goes on forever.
Water is hoofdzaak tijdens deze extreme tocht. Bij Omo Ranch zijn de bidons bijna leeg, terwijl het nog een heel eind is naar Cooks Station. Omo Ranch is een gat, maar gelukkig hebben ze er een school. Ik fiets het schoolplein op en de schooljuf vult beide bidons. Thank you! Thank you! De bidons zijn alweer bijna leeg als ik aankom bij Cooks Station. Ik kan mijn geluk niet op als ik het bord FOOD-GAS zie staan. Ik neem een kop chili en pak een gallon water uit de koeling. Ik zoek de watertas van Ortlieb op die ik een paar dagen voor vertrek nog heb gekocht. Voor de lange tochten door het vrijwel onbevolkte Nevada. Maar de tas voor vier liter water in is nu al noodzakelijk.
Tergend langzaam klim ik verder naar Kirkwood. Mijn snelheid zakt soms onder de vijf mijl per uur. En ik moet nog 28 mijl. Dat is dus nog ruim vijf uur fietsen! Maar dan is het al donker! Daar gaat mijn hoofd weer: waarom moest je nou ook zo nodig?
Tijdens de schemering sta ik op een driesprong van iets dat Kirkwood moet zijn. Moet ik rechtsaf om een motel te vinden of toch rechtdoor? Ik houd een auto tegen om het te vragen. En ik leg uit dat ik doodop ben en niet in het donker kan fietsen. Ik heb geluk. Nina Belcher begrijpt het helemaal. Ze heeft namelijk zelf al eens een fietstocht door Europa gemaakt. Ze belt naar het motel, dat echter nog een behoorlijk stukje hier vandaan is. En het restaurant - ik heb na alle dorst nu ook honger - staat weer heel ergens anders. Dat wordt niks, want de energie ontbreekt om nog een paar mijl naar een restaurant te lopen. En bovendien is het hier in dit bosrijke plaatstje al echt donker aan het worden. Maar o wat een geluk dat ik juist haar staande heb gehouden; ze verhuurt namelijk een appartementje in Kirkwood. Voor de tweede keer deze reis volg ik een auto. Nina brengt me daarna nog naar het restaurant voor een afhaalmaaltijd, omdat de zaak al gaat sluiten.
De volgende ochtend pas zie ik tegenover mijn appartementje skiliften. Zo hoog zit ik dus al.

woensdag 10 september 2008

Folsom Prison Blues




















I hear the train a comin´, it´s rollin´ down the bend / And I ain´t seen the sunshine since I don´t know when / I´m stuck at Folsom Prison and time keeps draggin´ on / But that train keeps rollin´ on down to San Antone.
Johnny Cash maakte de gevangenis van Folsom bekend. Zo bekend dat er een museumpje staat. Vrijwilliger John, een gepensioneerde, vertelt wat verhalen en drukt op de knop van de videorecorder. Het filmpje van acht minuten is nogal gedateerd en wordt vertoond op een kleine televisie.
Ja, zegt John, er komen inderdaad veel bezoekers die vragen naar Johnny Cash. Laatst nog een Duitser. Sprak geen woord Engels, maar kocht wel een boek over Johnny Cash en Folsom Prison. In de glazen vitrinekast van de counter liggen de live-cd´s At Folsom Prison en At San Quentin. Legendarische concerten.
Het museum staat op het terrein van de gevangenis. Een bewaker komt eerst vragen wat je komt doen. Verder dan het museum kom je niet. En dat miniatuurtreintje, dat heeft natuurlijk alles te maken met die prachtsong van Johnny Cash.

dinsdag 9 september 2008

Middle Of The Road


















Eigenlijk wil ik over het midden van de weg Sacramento binnenfietsen, maar dat zit er niet in. Tussen Davis en Sacramento gaat de route namelijk grotendeels over fietspaden. Daar gaat mijn plan om de Schotse band Middle Of The Road, die in 1972 een knoeperd van een hit had met Sacramento (A Wonderful Town), luid zingend op de middenstreep van de weg van een eerbetoon te voorzien. Misschien hebben ze dat ook niet echt verdiend, maar Chirpy Chirpy Cheep Cheep vond ik als jochie best te pruimen. Maar dat kan natuurlijk ook te maken hebben gehad met de hotpants van zangeres Sally Carr.
In de universiteitsstad Davis zijn die strak zittende hotpants weliswaar ook niet meer in de mode, maar de studentes dragen er wel bijna allemaal een korte (sport)broek. Third Street is the place to be; een aaneenschakeling van restaurantjes. En je kunt er ook overal studieboeken kopen. Waarmee je dan op de terrassen kunt zitten studeren. The California way of life.
Natuurlijk heeft zo´n universiteit een eigen sportcomplex. En nog even over die fietspaden. In Davis hebben ze zelfs rotondes voor fietsers. Beetje overdreven.

Stars and Stripes (2)




















De tocht met de veerboot door de San Francisco Bay duurt slechts vijftig minuten, maar aan de andere kant van de baai ziet Amerika er anders uit. Georgia Street, de winkelstraat van Vallejo, ligt er tamelijk uitgestorven bij. Terwijl Vallejo toch een plaats is met ruim 110.000 inwoners. Maar waar ze zijn? Toch niet allemaal in een huisje dat is voorzien van de Stars and Stripes.
Vallejo ligt er keurig bij, maar het is nog niets vergeleken met Rockville, Cordelia en Fairfield. Die plaatsen zien er echt onberispelijk uit. Hoewel, eigenlijk valt dat niet goed waar te nemen, want de woonwijken zijn allemaal verstopt. De doorgaande weg waar ik langs fiets valt op door keurig verzorgd groen. De woonwijken zijn links en rechts via brede toegangswegen bereikbaar. Nette buurten lijken het, maar de schijn kan natuurlijk bedriegen. Want het heeft er alle schijn van dat het hier gaat om het soort woonwijk dat we te zien krijgen in de televisieserie Desperate Housewives. Wie weet zijn ze hier de hele dag druk zijn met de laatste roddels.
Voor mij loopt het bijna niet goed af. Want nergens in deze geordende wereld zijn winkels of tankstations te vinden aan de weg waarover ik fiets. En dat is opmerkelijk in Amerika. Zo kom ik al tijdens de eerste etappe bijna in de problemen omdat ik nergens drinken kan kopen. Pas op het einde van de dag als ik de route verlaat om in Vacaville een motel te zoeken, heb ik eindelijk succes. De motels liggen in de buurt van de Interstate 80 en 505 en daar is Amerika van alle gemakken voorzien.

maandag 8 september 2008

America´s Next Topmodel

Ze staat erbij hoor, America´s Next Topmodel. Zeker weten. Het televisieprogramma heeft over gebrek aan belangstelling geen klagen in San Francisco. Een hele lange rij jonge meisjes staat op straat te wachten om zichzelf aan te prijzen in een parfumerie die totaal op de kop staat wegens de komst van het televisieprogramma. Op zoek naar nieuwe topmodellen. De twee meiden op de foto staan trouwens niet in de rij. Zij zijn al een stapje verder en in hun felgekleurde kleding stelen ze de show voor het winkelend publiek.
Kleurrijk is ook Lawrence Kulig, die me al na een paar kilometer onderweg te zijn verder helpt. De eerste de beste keer dat ik op een hoek de kaart sta te bestuderen, stopt er direct een auto om me de weg te wijzen. Waar ik naar toe wil? De Golden Gate Bridge, maar ik zoek eigenlijk ook nog een fietsenzaak, want mijn banden zijn nog niet op de juiste spanning en zo´n klein pompje is ook niet alles. Dat komt goed uit! Kulig is ook een fietser en hij woont hier een paar blokken vandaan. Ik fiets achter zijn auto aan en in zijn weelderige tuin helpt hij me aan lucht. Intussen laat hij zijn eigen fietshelm zien, een met veren en ander kleurrijk materiaal opgepimpt exemplaar. En die is niet voor het carnaval of iets dergelijks, nee, Kulig fietst er altijd mee rond. Hij geeft zijn visitekaartje. Kulig, California Artist staat er op. Met een paar slagen heeft de zwaar geschapen fietspomp van Kulig de banden keihard. Ondertussen komt ook de buurman even poolshoogte nemen. O wat leuk, een gast uit Nederland. Maar voor die Nederlander is het tijd om nu echt aan de reis te beginnen. Bye!

Amoeba en Rasputin

Cd-zaken verdwijnen overal, maar in San Francisco valt nog naar hartelust te shoppen. Amoeba is de beste zaak ter wereld. Te vinden aan Telegraph Avenue (Berkeley) en Haight Street. De hoeveelheden zijn nauwelijks te bevatten. Alleen al om alle cd´s van een dollar door te nemen, ben je uren zoet. Belachelijk goedkoop en dan ook nog: buy four get one free. En dan zijn er nog grotere hoeveelheden met prijzen vanaf $1,99.
Het geluksgevoel stroomt al helemaal over als bij binnenkomst de dit jaar uitgebrachte dubbel-cd met pas onlangs gevonden live-opnamen van Gram Parsons with The Flying Burrito Brothers uit 1969 opstaat. Overigens door Amoeba zelf op de markt gebracht, dus zo toevallig is het niet dat die muziek hier klinkt. Het geeft wel aan dat hier echte liefhebbers aan het werk zijn. De zaak werd destijds opgericht om tegengas te bieden tegen de grote ketens die nogal zielloos muziek als handel brachten.
Rasputin heeft ook een zaak aan Telegraph Avenue en in San Francisco aan Powell Street. Zoals dat gaat, prijst ook deze onafhankelijke winkel zich aan als de grootste en beste. Maar wie goedkoop wil inslaan, kan toch echt beter terecht bij Amoeba.

zondag 7 september 2008

The Crooked Jades

Elke keer als ik de sleutel in het hekwerk steek dat toegang geeft tot de voordeur van mijn logeeradres in San Francisco valt mijn oog op de sticker met de tekst ´Old-time is not a crime´. Die sticker zit bij me thuis op de deur van de keukenkast. Gekregen bij de cd World´s On Fire die ik ter recensie opgestuurd had gekregen van The Crooked Jades. Een mooie cd vol op oude tradities gebaseerde country, maar nergens museaal of oubollig. En onlangs kreeg ik ook hun allernieuwste, getiteld Shining Darkness. Omdat The Crooked Jades San Francisco als thuisbasis hebben, stuurde ik een mailtje met de mededeling dat ik in de stad zou zijn. En nu zit ik hier dus thuis bij Jeff Kazor, de aanvoerder van de band, en zijn vrouw Kyra Baele en de tien maanden oude Tristan en de dochters Nina en Liv. Aan de wanden door het hele huis hangen oude ingelijste elpeehoezen van The Carter Family, Charlie Poole and the North Carolina Ramblers, Jean Ritchie en andere veelal obscure namen van muzikanten uit de Appalachen. Oud spul, vooroorlogse muziek. Verder hangen er wat oude instrumenten en een collectie wandkaarten, waarop ik mijn route nog eens bestudeer.
De band is ontstaan tijdens jamsessies op het dakterras, waar nu mijn fiets staat. Inmiddels heeft Jeff Kazor zijn band naar een hoger plan getild. De bandleden komen tegenwoordig uit heel Amerika. Maar tijdens mijn aanwezigheid geven de originele Crooked Jades een concert in The Starry Plough in Berkeley. Zes jaar hebben ze niet samen op een podium gestaan en dat is te merken. Zo af en toe, tijdens het wisselen van instrumenten, lopen ze elkaar bijvoorbeeld nogal in de weg en moeten ze zoeken naar de juiste opstelling. Maar het plezier is er niet minder om.

vrijdag 5 september 2008

Het Woeste Wilde Westen

Amerika is toch vooral het Westen. Dat is altijd al zo geweest. Nadat de eerste kolonisten zich aan de oostkust hadden gevestigd, was er al snel de behoefte om de rest van dat grote land te ontdekken. Het grote onbekende bleef lokken. Het Woeste Wilde Westen.
Deze fietsreis zal geheel door dat Woeste Wilde Westen gaan. Van Californië, nog altijd het beloofde land voor mensen die het willen maken, gaat het via Nevada, Utah, Arizona, Colorado en Oklahoma naar Texas. Cowboy country. Het zijn stuk voor stuk staten waar ik al eens eerder doorheen gefietst ben. Helemaal niet erg; het is het gebied wat het meest tot de verbeelding spreekt. Thuis ziet het er trouwens toch al uit alsof ik in het Westen verdwaald ben. Wat dus ook wel zo zal zijn.
Wat een televisieserie als How The West Was Won al niet kan aanrichten.

maandag 1 september 2008

Stars and Stripes op het toilet

Om de zaken even in een juist perspectief te zetten: de Stars and Stripes zijn bij mij thuis slechts te vinden op het toilet. Ja, Amerika is mijn vluchtstrook. Dus ik houd echt van dat land. Maar nee, ik heb het niet zo op de overdreven eer voor die vlag.
Niettemin, de Stars and Stripes is natuurlijk wel een ijzersterk beeldmerk. Daarom doemen de sterren en strepen ook in allerlei vormen op. In de kunst, in de sport, in advertenties en waar al niet. Voor vormgevers vormen ze een inspiratie en uitdaging. En ook op dit weblog doen ze dienst in de vorm van een logo. Met dank aan collega Harry Kasemir van Dagblad van het Noorden.
Terug naar mijn toilet. Sorry. Aan de linkerwand hangen drie grote foto's met de Stars and Stripes. Het gaat om een op een rommelmarkt in New York genomen foto van een op de kop hangende Amerikaanse vlag tegen een met graffiti volgekalkte muur, waartegen een gitaar in een koffer staat. Dat op de kop hangen, daar gaat het natuurlijk om. Daarnaast hangt het portret van Abraham Lincoln, een foto van een wassen beeld dat te vinden is in een museum in Haydenville, Kentucky. Met de Stars and Stripes als achtergrond. En Roy Rogers draagt op een schilderij dat ik fotografeerde in een aan hem gewijd museum in Victorville, Californië, cowboylaarzen en een westernshirt met de Stars and Stripes.
Aan de rechterwand hangen tien interpretaties van de Amerikaanse vlag, stuk voor stuk kunstwerken. Die platen komen uit een kalender die ik enkele jaren geleden in februari in New York kocht. In de uitverkoop natuurlijk.
En dan is er nog dat portret van Obama. Natuurlijk ook in het rood, wit en blauw. Het gebeurt me niet zo vaak dat ik een politicus dermate boeiend vind, dat ik een afbeelding van hem of haar in mijn huis wil hebben. Lincoln wordt algemeen beschouwd als de beste president van de VS ooit. En Obama biedt voorlopig hoop. Voor het toilet is dat voldoende.